Katharina Fritsch maakt deel uit van een generatie Duitse kunstenaars die in de jaren ’80 vanuit Noordrijn-Westfalen op het internationale voorplan treedt. De rol van de Kunstakademie in Düsseldorf, van de toenmalige galeries in de regio en van belangrijke tentoonstellingen zoals ‘Von Hier Aus’ (1984, Düsseldorf) kunnen daarbij moeilijk worden overschat.
Fritsch groeit op in een zeer katholiek milieu in Münster en studeert van ’77 tot ’84 samen met onder meer Andreas Gursky, Thomas Schütte, Martin Honert en Thomas Ruff aan de Kunstakademie in Düsseldorf, waar ze in 2010 zelf professor sculptuur wordt. Na een periode waarin ze schilderde, ontstaan vanaf 1979 Fritsch’ eerste sculpturen. ‘Von Hier Aus’ zet haar internationaal op de kaart. In 1987 toont Fritsch twee werken die haar voor altijd zullen verbinden met eenkleurige sculpturen. In een museum in Krefeld zet ze een levensgroot afgietsel van een olifant neer en tijdens Skulptur Projekte Münster plaatst ze in een winkelwandelstraat een groot, citroengeel Mariabeeld. Fritsch kiest, reproduceert en manipuleert voorwerpen uit haar leefomgeving en brengt die in de kunstwereld binnen. Hierin is haar werk verwant aan de ‘readymades’ van Marcel Duchamp.
Sinds haar kinderjaren is Fritsch, wiens grootvader vertegenwoordiger was van het schilder- en tekengerief van Faber-Castell, gefascineerd door kleur. Toch zweert ze bij monochromie: “Ein Ding, eine Farbe.” Door alledaagse voorwerpen die oorspronkelijk meerkleurig zijn in één enkele kleur te steken, geeft Fritsch de dingen een sterker abstract voorkomen. Paradoxaal genoeg bleef kleur in de overwegend abstracte beeldhouwkunst van de 20ste eeuw van ondergeschikt belang. Door hun matte, monochrome kleur hebben Fritsch’ sculpturen een hoge signaalwaarde, zijn ze makkelijk te lezen en prenten ze zich snel in ons geheugen. Hun matte verfhuid weerspiegelt niets, waardoor ze zich sterk van hun omgeving afscheiden.
De voorwerpen die Fritsch selecteert, zijn universeel, wereldwijd bekend. Toch roept haar kunst vaak gemengde gevoelens op. Het Mariabeeld uit Münster, afgeleid van een commercieel souvenirbeeldje maar evenzeer geïnspireerd door de gouden Maria van Fritsch’ geboortestad Essen, werd meerdere keren onder handen genomen door vandalen. Anderen vereerden het dan weer als een echt heiligenbeeld. Het cijfer acht of een veelvoud ervan is een fetisj voor Fritsch: liggend staat het cijfer voor het oneindigheidsteken. Oneindigheid is voor Fritsch een al even grote fetisj. Van de meeste van haar sculpturen maakt ze dan ook onbeperkte oplages. Van ‘Madonna’ bestaat niet alleen het exemplaar dat ze voor Münster maakte maar zijn er ook talloze kleinere, qua identieke beeldjes die al dan niet alleen of in grotere aantallen samen door het leven gaan.
Minder bekend zijn Fritsch’ ‘sound multiples’, registraties van eenvoudige geluiden, en haar grote, monochrome zeefdrukken, reproducties van postkaarten, eigen foto’s en illustraties uit kranten. De zeefdrukkenserie ‘Essen’ (2005-’07) is afgeleid van ansichtkaarten die Fritsch’ grootvader haar in de jaren ’70 en ’80 uit haar geboortestad Essen toestuurde. Vaak vinden de door de kunstenaar gekozen motieven hun oorsprong in persoonlijke herinneringen. Door werk te maken dat reproducties reproduceert, sluit Fritsch in zekere zin aan bij de popart.