Het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst werd opgericht in 1975
Al een tijdje leek het Museum voor Schone Kunsten elke voeling met de kunstontwikkelingen verloren te hebben. Het oude kunsthistorische model diende een flexibeler vorm aan te nemen om het hedendaagse gebeuren te benaderen. Er werden nog belangrijke werken aangekocht door het Museum voor Schone Kunsten, maar door een gebrek aan een alerte interesse voor het moderne bleven enkele mooie kansen spijtig genoeg onbenut. Zo werd de doelstelling van Geirlandt niet anders dan die van Fernand Scribe, toen deze in 1897 ‘Les Amis du Musée’ oprichtte. Met zijn vrienden zou hij zich eveneens inzetten om het Museum voor Schone Kunsten op een hoger niveau te brengen, in aansluiting met het internationale kunstleven.
Met het oog op de toekomst werden ook werken aangekocht door de ‘Vereniging’. Dit initiatief wordt tot vandaag verdergezet en de collectie bestaat nu uit enkele honderden werken. De financiering gebeurt via de leden en de verkoop van grafiekmappen. Vanaf het ontstaan werden door de ‘Vereniging’ enthousiast talrijke debatten en voordrachten ingericht opdat het publiek op de hoogte zou blijven van de recente tendensen, houdingen en meningen. Kunstuitstappen verruimen de horizon en beknopte publicaties bestendigen de reflectie. Het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst werd opgericht in 1975. Het was toen het eerste Belgische museum gewijd aan hedendaagse kunst. Het was gehuisvest onder het dak van het Museum voor Schone Kunsten.
Ook in 1975 werd Jan Hoet aangesteld als directeur van het nieuwe Museum van Hedendaagse Kunst. Onder zijn beleid groeide de collectie stelselmatig aan en kreeg het museum internationale bekendheid. Door de provisorische omstandigheden waarin het museum zich gedurende meer dan twintig jaar bevond, werd de verzameling enkel via tijdelijke tentoonstellingen in steeds wisselende en fragmentaire opstellingen getoond. Belangrijke aanwinsten van de laatste vijf jaar waren zelfs helemaal nooit te zien. Het zou echter nog 20 jaar duren eer Jan Hoet en de collectie hedendaagse kunst een eigen en autonoom museum zouden krijgen.
Ontstaan van 'De Rode Poort' in 1996 en S.M.A.K. in 1999
In 1996 kwam er schot in de zaak toen de “Rode Poort” werd geopend. 'De Rode Poort' was de openingstentoonstelling van het museum in haar nieuwe maar tijdelijke locatie. Het Museum van Hedendaagse Kunst bevindt zich momenteel in de nieuwe reserveruimte, een verbouwing van een zijvleugel van het vroegere jaarbeurscomplex. De opening van het definitieve museum, de verbouwing van het ‘casino’, was voorzien voor eind 1998. Op 9 november 1996 werd het gebouw in zijn geheel voorgesteld aan het publiek, via een groot project waarbij alle ruimtes werden bespeeld via de verschillende media waarmee beeldende kunst omgaat.
In 1999 kreeg het museum zijn eigen gebouw, tegenover het Museum voor Schone Kunsten en kreeg het een nieuwe naam: S.M.A.K. (Stedelijk Museum voor Actuele Kunst). Beide musea functioneren nu als een museumeiland in een parksite aan de stadsring van Gent.
Philippe Van Cauteren volgt Jan Hoet op
In 2005 werd artistiek directeur Jan Hoet opgevolgd door Philippe Van Cauteren (1969, België). Onder zijn leiding werd het tentoonstellingsprogramma hoofdzakelijk toegespitst op belangrijke monografische tentoonstellingen van toonaangevende kunstenaars. Zijn bijzondere belangstelling voor kunst in de publieke ruimte manifesteerde zich in de internationale tentoonstelling TRACK (2012) die hij samen met Mirjam Varadinis (curator in Kunsthaus, Zürich) organiseerde in Gent. Op de 55ste editie van de Biënnale di Venezia / Paviljoen van België, was hij co-curator van de tentoonstelling Kreupelhout-Cripplewood met werk van Berlinde De Bruyckere.
In 2015 werd Philippe Van Cauteren door de RUYA Foundation aangesteld als curator van het paviljoen van Irak op de 56e editie van de Biënnale van Venetië. De tentoonstelling Invisible Beauty werd ook getoond in S.M.AK. (2016) en in Erbil, Irak (2017).
Op uitnodiging van de Siddharta Arts Foundation, maakte hij de tentoonstelling My City, My Studio / My City, My Life voor de Kathmandu Art Triënale 2017. Hij toonde er werk van meer dan 50 kunstenaars uit ongeveer 25 landen en met de in België geboren Francis Alÿs als ‘patron artist’.
Philippe Van Cauteren werkte voorheen als onafhankelijk curator en kunstcriticus en organiseerde tentoonstellingen in Chili, Brazilië, Mexico en Duitsland. Hij schrijft en doceert op regelmatige basis over hedendaagse kunst.