Het nieuwe project van Art en Marge presenteert een confrontatie tussen de werken van Antonio Dalla Valle en Joseph Beuys.
Het Brusselse centrum voor onderzoek en verspreiding van outsiderkunst “Art en Marge” viert zijn 20ste verjaardag. Sinds de oprichting in 1984 en de eerste tentoonstellingen in 1986 heeft de vzw internationale bekendheid verworven als promotor van kunstenaars in de schaduw: zieke, verstandelijk gehandicapte of geïsoleerde kunstenaars die weinig of niet gekend zijn in professionele artistieke middens. Het project «20 + 20» toont 20 werken uit de rijke collectie van het centrum (die in totaal meer dan 1800 werken bevat van Belgische en buitenlandse outsiderkunstenaars) en plaatst die tegenover kunstwerken uit de collecties van 20 Belgische musea. De keuze van de werken gebeurde in samenwerking met de conservator van elk museum en wil enerzijds een dialoog op gang brengen tussen de werken, anderzijds vragen oproepen over het specifieke karakter van outsiderkunst. Deze dialogen en confrontaties moeten aantonen dat echte kunst altijd ontstaat in een tussenruimte, daar waar men het niet verwacht, dat ze alle bestaande indelingen en categorieën overschrijdt. Ze ontstaat nooit uit de geldende normen, altijd uit de uitzondering. Nog al te vaak wordt het werk van outsiders in een getto gedwongen. Met het project «20 + 20» wil Art en Marge deze bijzondere kunst bekend maken bij een breder publiek, en ze een grotere rol laten spelen in het officiële circuit. Antonio Dalla Valle is zo’n kunstenaar die zijn creaties altijd bij zich heeft, in een zak, wanneer hij in de psychiatrische instelling rondloopt. In de zak zitten schriften met zelfklevend papier eromheen, assemblages van viltstiften, kubussen in plexiglas waarin hij kleine volgekrabbelde papiertjes bewaart. Al die voorwerpen keren zich als revolutionaire barricades tegen de helse jachtigheid van het heden. Antonio Dalla Valle heeft voor zichzelf een geheimschrift bedacht waarin het intieme en het universele verenigd worden. Hij behoort tot dezelfde familie van kunstenaars als Artaud en Wölfli, kunstenaars voor wie het woord versmelt met het leven, kunstenaars die tegen een ruige en ongastvrije wereld reageren door hun eigen afwezigheid te organiseren. In confrontatie met het werk van Joseph Beuys ontstaat in het S.M.A.K.een kader dat de maatschappelijk relevantie onderstreept en de artistieke creativiteit als levens-noodzaak naar voor schuift.