Faux Jumeaux 7 presented by Raya Lindberg

9.Mei.09
19.Mei.09
Lindberg03 web

De kunstenaar Michel François kreeg eind 2008 van het S.M.A.K. carte blanche om gedurende anderhalf jaar het tentoonstellingsprogramma in twee identieke, spiegelende zalen te bepalen.

Hij doopte het project Faux Jumeaux of valse tweelingen. Hij vroeg aan vijftien personen om elk twee kunstwerken te kiezen die vormelijk of materieel heel sterk op elkaar lijken, en die niettemin onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen zijn. Welke inhoudelijke gelijkenissen of verschillen tussen de twee werken komen aan het licht door ze ‘gespiegeld’ in de twee identieke zalen te presenteren?

Raya Lindberg presenteerde de zevende "Faux Jumeaux". Ze spiegelde enerzijds de monoloog Not I van Samuel Beckett, in 1972 door Billie Whitelaw opgevoerd, en anderzijds Open Book (1974) van Vito Acconci. Samuel Beckett / Vito Acconci – Beelden sprekend maken De video Open Book enerzijds en de gefilmde mise-en-scène Pas Moi van Beckett anderzijds, bieden een “valse tweeling” effect – het onschuldig toeval van een gelijkaardige vorm. Maar onschuld maakt niet naïef; achter de schermen van een mond die onschuldig antwoordt geeft aan een andere mond kunnen de stukken van Samuel Beckett en Vito Acconci wellicht ook worden gelezen via geheime trappen of deuren – via verborgen inmondingen, om chirurgisch te spreken — en wellicht kan op die manier een perspectivistische overeenstemming aan het licht worden gebracht. Vito Acconci en Samuel Beckett, via de focus van de camera of de focus van een stuk dat met een handgevoerde camera wordt gefilmd, spelen beiden in op een ruimte waar de mogelijkheid bestaat voor een persoon, een ‘subject’, om gestalte te krijgen en tegelijk weg te kwijnen, te verdwijnen. Wie spreekt er immers in Open Book en in Pas Moi? We weten het niet en nochtans – zonder hoofd en zonder verdere omlijning dan een mond –, spreekt er iemand, bestaat er iemand door de spraak. In Becketts tekst is dat Elle – Zij, een mond die nooit Ik zegt.

Beckett schrijft geen theatermonoloog waarin zou worden gezegd: “Hier ben ik” of “Ik ben er”, ik die spreek, een monoloog waar een personage, een subject, van zichzelf getuigt. Hier, in deze tekst, gaat het om een Niet ik – een Pas moi: er is sprake van Elle – Zij of nog beter: van MOND, het gaat over een onpersoonlijke wijze, een open mond in de ruimte. En wie spreekt bij Acconci? Acconci’s mond. Wat zegt die mond? Ik. Maar meer dan op het eerste gezicht blijkt wordt door die mond de persoon, het ‘subject’ dat spreekt, weggesluisd, en daardoor een thema in de kunst en een ‘idee’ aanschouwelijk gemaakt. Via de onpersoonlijke Elle – Zij van Beckett en de onpersoonlijke Je – Ik van Vito Acconci spat de identiteit van de persoon, het ‘subject’, uiteen, stroomt het leeg, loopt de ‘saus’ van het “wat er al was” en van “wat we al wisten” weg, de saus van wat altijd en steeds hetzelfde was, het vol-zijn van het zijn. Die monden die tastbaar maken wat wij zien en horen worden taal-afbeeldingen en tegelijkertijd talende, sprekende beelden. Van de weeromstuit vindt ieder van ons, tezamen met de voorstelling van een gebaar van taal tot beeld, met deze mond ‘het’ taalbeeld, een beeld van alle talen. Raya Lindberg MOUTH: . . . . out . . . into this world . . . this world . . . tiny little thing . . . before its time . . . in a godfor– . . . what? . . girl? . . yes . . . tiny little girl . . . into this . . . out into this . . . before her time . . . godforsaken hole called . . . called . . . no matter . . . parents unknown . . . unheard of . . . he having vanished . . . thin air . . . no sooner buttoned up his breeches . . . she similarly . . . eight months later . . . almost to the tick . . . so no love . . . spared that . . . no love such as normally vented on the . . . speechless infant . . . in the home . . . no . . . nor indeed for that matter any of any kind . . . no love of any kind . . . at any subsequent stage . . . so typical affair . . . nothing of any note till coming up to sixty when– . . . what? . . seventy?. . good God! . . coming up to seventy . . . wandering in a field . . . looking aimlessly for cowslips . . . to make a ball . . . a few steps then stop . . . stare into space . . . then on . . . a few more . . . stop and stare again . . . so on . . . drifting around . . . when suddenly . . . gradually . . . all went out . . . all that early April morning light . . . and she found herself in the--– . . . what? . . who? . . no! . . she! . . [Pause and movement] . . . found herself in the dark . . . and if not exactly . . . insentient . . . insentient . . . for she could still hear the buzzing . . . so-called . . . in the ears . . . and a ray of light came and went . . . came and went . . . such as the moon might cast . . . drifting . . . in and out of cloud . . . but so dulled . . . feeling . . . feeling so dulled . . . she did not know . . . what position she was in . . . imagine! . . what position she was in! . . whether standing . . . or sitting . . . but the brain– Uit Not I, Samuel Beckett, Parijs, 1972, Editions de Minuit

Voorstel 1 - Michel François Voorstel 2 - Loïc Vanderstichelen Voorstel 3 - Daniel McClean Voorstel 4 - Yves Brochard Voorstel 5 - Guillaume Désanges Voorstel 6 - Laurent Jacob Voorstel 8 - Hans Theys Voorstel 9 - Frank Maes Voorstel10 - Philippe Van Cauteren Voorstel 11 - Rainier Lericolais Voorstel 12 - Christine Macel Voorstel 13 - François Curlet Voorstel 14 - Joël Benzakin Voorstel 15 - Lea Gauthier Voorstel 16 - Jean-Paul Jacquet

Alle tentoonstellingen
Word Vriend van S.M.A.K.
made by