Pour le français, cliquez ici.
Forrest Bess was een Amerikaanse visionaire schilder die het grootste deel van zijn leven doorbracht in een visserskamp in Chinquapin, nabij Bay City in Texas. Zijn vader was oliearbeider, zijn moeder huisvrouw en een creatieve geest. Tijdens zijn vroege jeugd verhuisde het gezin voortdurend. Door die ervaring leerde Bess al vroeg dat kunst hem kon helpen om te ontsnappen aan de harde realiteit.
Bess werkte grotendeels als beroepsvisser en schilderde in zijn vrije tijd kleine, abstracte, intense en met symbolen beladen schilderijen die hij ‘visioenen’ noemde. Dromen en filosofie namen in zijn artistieke praktijk een belangrijke plaats in. Bess baseerde zijn denken op tal van ideeën die hij vond in de leer van psycho-analyst Carl Jung, kundalini-yoga, alchemie en de Australische Aboriginalcultuur. Zij brachten hem tot de overtuiging dat de weg naar volledigheid en onsterfelijkheid alleen bereikt kon worden via het hermafroditisme.
‘Kunst is een zoektocht naar schoonheid’, schreef hij in 1954 aan zijn galeriehoudster Betty Parsons, ‘maar geen oppervlakkige schoonheid – een zeer diep verlangen naar een samengaan van verloren delen.’ Parsons was een van Bess' belangrijkste promotoren. Zij gaf hem zijn eerste solotentoonstelling in New York City, vertegenwoordigde hem tot 1967 en toonde zijn werk naast kunstenaars als Jackson Pollock en Mark Rothko.
Pas aan het eind van de 20e eeuw kreeg het werk van Forrest Bess internationale erkenning en werd het tentoongesteld in talrijke musea, waaronder het Whitney Museum of American Art, New York (1981); het Museum of Contemporary Art, Chicago (1988); Museum Ludwig, Keulen (1989), en het Fridericianum, Kassel, Duitsland (2020).