Pedro Cabrita Reis



geboortejaar en -plaats: 1956, Lissabon, Portugal, Lissabon, Portugal

In Cabrita Reis’ geboortejaar 1956 is Portugal nog een fascistisch land. Informatie over actuele kunst is er schaars en mogelijkheden om internationaal te reizen zijn zeer beperkt. Al als prille tiener maakt Cabrita Reis olieverfschilderijen die zich voor hem tussen Van Gogh en het surrealisme situeren. Hij studeert aan de plaatselijke school voor schone kunsten tot hij zeventien wordt en als vrijwilliger het leger dient. Hij is in die tijd ook lid van een extreemlinkse groepering. Vier jaar na de Anjerrevolutie van 1974 staakt hij zijn politiek activisme. Op een uitstap naar Londen na tien jaar eerder, verlaat hij Portugal in 1983 voor de eerste keer. In New York maakt hij kennis met minimal art en Duitse neo-expressionisme. Ook in Portugal viert de laatste stijl dan hoogtij. Cabrita Reis werkt als leraar aan een lyceum tot hij in 1985 een goedbetaalde artistieke opdracht binnenhaalt en definitief en uitsluitend als kunstenaar werkt.

Tot in de late jaren ‘80 maakt Cabrita Reis donkere, abstracte schilderijen. Hij brengt de verf in dikke lagen aan, vaak rechtstreeks met de hand. Soms monteert hij op de doeken objecten. Cabrita Reis ziet zijn schilderkunst uitsluitend als het tonen van materie, nooit als voorstelling van iets anders. Gaandeweg groeit de behoefte om zich meer materieel en lichamelijk uit te drukken, tot hij eind jaren ’80 meer met hamer en spijkers dan met borstels en verf werkt. In de vroege jaren ‘90 creëert Cabrita Reis een nieuw vocabularium met het huis als thema. Hij werkt met deuren, tafels, muren, trappen en architectuurfragmenten. Een huis bouwen ziet de kunstenaar als een menselijke kernactiviteit en het bewijs dat de mens geen deel uitmaakt van de natuur. De mens eigent zich met een huis de wereld en de werkelijkheid toe. Cabrita Reis maakt in die periode voor het eerst gebruik van industriële materialen zoals gips, neonlampen, glas, stalen balken en bakstenen. Hij onderwerpt ze aan constructieve processen. Zijn sculpturen en installaties neigen naar architectuur, zijn schilderijen flirten met sculptuur. Toch verzet de kunstenaar zich sterk tegen de term ‘architectuur’ in relatie tot zijn werk. Architectuur is voor hem gericht op het collectieve en op het reguleren van sociale spanningen. Cabrita Reis’ vindt zijn werk dichter staan bij de notie ‘constructie’. Enkel de benadering van architectuur als constructie, waarin filosofie, poëzie en antropologie samenkomen, aanvaardt hij.

Zijn sculpturen en installaties, waarbij hij vaak zijn gestalte als maat gebruikt, en de ruimte die hij zich beeldend toe-eigent, beschouwt Cabrita Reis als ‘uitgebreide schilderkunst’. Met de materialen die hij kiest – neonlampen en -armaturen vallen op – en de manier waarop hij die verwerkt, blijft Cabrita Reis zich binnen de schilderkunst bewegen. Hij reflecteert dan ook op essentiële aspecten van het medium, zoals transparantie, opaciteit, licht en zelfs stilte. Met het integreren van gerecupereerde materialen introduceert de kunstenaar in zijn werk de dimensie van ‘herinnering aan een vroeger bestaan en functioneren’. “Alleen de herinnering aan wat was, scherpt onze kijk op wat is en wat zal zijn”, aldus Cabrita Reis. Voor de meesten staat de kunstenaar vooral bekend om zijn ruimtelijke ingrepen. Van veel van zijn grote installaties wordt de basisstructuur voorbereid en gemaakt in zijn atelier in Lissabon. Afwerken gebeurt altijd op de tentoonstellingsplek en met lokale materialen. Cabrita Reis’ installaties worden wel eens vergeleken met eigentijdse ruïnes, zoals we die kennen uit voorsteden. Hoewel de meeste van zijn werken een nadrukkelijk geconstrueerd karakter vertonen, beklemtoont de kunstenaar dat hij in de eerste plaats schilder is: “Het is als schilder dat ik me tot de wereld verhoud.” En hij voegt eraan toe dat de basis voor al zijn werk in tekeningen ligt.

In 2012 wint Cabrita Reis in de categorie ‘Kunst in opdracht’ de prijs van de Vlaams Bouwmeester met zijn gedachtenismuur ‘Looking at Silence’, een meditatieve constructie voor het crematorium van Kortrijk. Ook ‘The Passage of the Hours’ (2004) in het Antwerpse Middelheimmuseum is één van de permanente buiteninstallaties van zijn hand in ons land.

Word Vriend van S.M.A.K.
made by