Variatie

NL – In 1973 schildert Marthe Wéry twee vierkante panelen van 150 x 150 cm. De blauwzwarte variatie is gestructureerd met horizontale lijnen, de lichtgrijze met verticale lijnen. De twee werken kunnen samen worden getoond, waarbij de twee bewegingen worden gecombineerd. Het laten vervagen van lijn en figuratie, waarmee Wéry bezig was toen ze in Parijs met Stanley William Hayter samenwerkte, beperkt zich in deze schilderijen tot formele processen. Wéry verlaat gaandeweg de composities met vierkanten of ruiten en spitst zich toe op de spanning van het oppervlak. Ze deelt het op in stroken en schildert met verfspuit en afdekstrip. Haar constructivisme wordt bijna vloeibaar: de lijnen overspoelen het vlak. Er is geen sprake meer van een compositie binnen het beeldvlak. Wit, grijs en zwart domineren, met herhaling als belangrijke component. Hiermee sluit Wéry aan bij de Amerikaanse minimal art, die ernaar streefde om het artistieke proces zo autonoom mogelijk te houden. Eliminatie van alle storende elementen leidde naar kunst die louter naar zichzelf verwees. Wéry’s voorstelling geeft geen verhaal prijs. Er gebeurt helemaal niets. De repetitieve structuur wordt ingezet als een noodzakelijke stap naar verdere vervluchtiging. De lijn is, volgens Wéry, het kleinste oppervlak of het oppervlak in zijn intiemste structuur. De verticale of horizontale streep vormt bovendien de verbinding tussen het schilderij en de zwaartekracht. Bij uitbreiding wordt verwezen naar de reële ruimte waarin de kijker en het werk zich bevinden.

ENG – In 1973 Marthe Wéry painted two square panels of 150 x 150 cm. The blue-black variation is structured with horizontal lines, the light grey with vertical lines. The two works can be displayed together, thus combining the two directions. The blurring of line and figuration, with which Wéry was engaged when she collaborated with Stanley William Hayter in Paris, is limited to formal processes in these paintings. Along the way, Wéry abandoned the compositions with squares or diamonds and focused on the tension of the surface. She divides it into bands, and paints with a paint spray gun and cover strip. Her constructivism becomes almost fluid: the lines flood the surface. There is no longer any question of a composition within the picture plane. White, grey and black dominate, with repetition as an important component. With this, she draws close to American minimal art, which strove to keep the artistic process as autonomous as possible. The elimination of all disruptive elements led to art that was purely self-referential. Wéry’s representation does not divulge a story. Absolutely nothing happens. The repetitive structure is deployed as a necessary step towards further volatisation. According to Wéry, the line is the smallest surface, or the surface in its most intimate structure. Moreover, the vertical or horizontal stripe acts as the connection between the painting and gravity. By extension, it alludes to the real space in which the viewer and the work are located.

FR – En 1973, Marthe Wéry a peint deux panneaux carrés de 150 x 150 cm. La variante bleu-noir est structurée par des lignes horizontales, la variante gris clair par des lignes verticales. Les deux œuvres peuvent être montrées ensemble, en combinant les deux mouvements. Le brouillage de la ligne et de la figuration, auquel Wéry s'est livrée lorsqu'elle travaillait avec Stanley William Hayter à Paris, se limite dans ces tableaux à des procédés formels. Wéry abandonne progressivement les compositions avec des carrés ou des losanges et se focalise sur la tension de la surface. Elle la divise en bandes et peint avec de la peinture en spray et du ruban de masquage. Son constructivisme devient presque fluide : les lignes inondent la surface. Il n'y a plus de composition dans le plan de l'image. Le blanc, le gris et le noir dominent, la répétition étant un élément important. Ce faisant, Wéry s'aligne sur l'art minimal américain, qui cherchait à maintenir le processus artistique aussi autonome que possible. L'élimination de tous les éléments perturbateurs a conduit à un art qui se réfère purement à lui-même. La représentation de Wéry ne révèle pas une histoire. Il ne se passe rien du tout. La structure répétitive est déployée comme une étape nécessaire à la poursuite de la volatilisation. La ligne, selon Wéry, est la plus petite surface ou la surface dans sa structure la plus intime. De plus, la ligne verticale ou horizontale constitue le lien entre le tableau et la gravité. Par extension, il est fait référence à l'espace réel dans lequel se trouvent le spectateur et l'œuvre.