De kunstenaar Michel François kreeg eind 2008 van het S.M.A.K. carte blanche om gedurende anderhalf jaar het tentoonstellingsprogramma in twee identieke, spiegelende zalen te bepalen.
Hij doopte het project Faux Jumeaux of valse tweelingen. Hij vroeg aan vijftien personen om elk twee kunstwerken te kiezen die vormelijk of materieel heel sterk op elkaar lijken, en die niettemin onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen zijn. Welke inhoudelijke gelijkenissen of verschillen tussen de twee werken komen aan het licht door ze ‘gespiegeld’ in de twee identieke zalen te presenteren?
Het vijfde voorstel kwam van Guillaume Désanges. Hij bracht een 'ode' aan de sfeer die wordt opgeroepen door rondtollende plastiek zakjes. Verschillende kunstenaars hebben dit opgepikt en er een vaak zeer poëtisch werk rond opgebouwd. Désanges selecteerde werk van Boris Achour, Edith Dekyndt, Éric Hattan, Igor & Svetlana Kopystiansky, Kevin Landers, Isabelle Le Minh, Zoe Leonard, Franck Scurti, Lois & Franziska Weinberger. Halverwege de jaren negentig dook hetzelfde motief bijna gelijktijdig op in verschillende kunstwerken: een rondtollende plastic zak, soms achtergelaten in de takken van een boom. Wat me vooral trof, was dat dit beeld vreemd genoeg overal tegelijk de kop op stak en dat het zo sterk fascineerde. Elk werk dat hier getoond wordt, heeft dan wel zijn eigen formele en conceptuele belang, maar ze worden een voor een bezield door een gemeenschappelijke geest die ervoor zorgde dat ook de Hollywood filmindustrie het thema oppikte in de beroemde scène uit "American Beauty" in 1998. De rondtollende plastic zak staat symbool voor vrijheid, ongecontroleerde beweging, een nagenoeg antropomorfe choreografie en een spontaan nieuw stadsornament. Daarnaast kan hij worden gezien als een specifiek teken van die tijd. Vanaf de helft van de jaren negentig begon een nieuw ecologisch bewustzijn door te wegen op plastic zakken, ze gingen symbool staan voor een extravagante, futiele consumptiemaatschappij die onverschillig staat tegenover het milieu. De plastic zak leek plots in ongenade gevallen, hij was het middelpunt van alle schuld en wrok en werd dan ook langzaam uit de supermarkten verbannen. In deze steeds terugkerende beelden kunnen we een zweem van nostalgie ontwaren, als een melancholische voorbode. Ze richten zich op een veranderend stadslandschap, op de laatste tekenen van een bedreigde diersoort. Ook al is hij verachtelijk, vulgair, prozaïsch en ongeliefd, toch heeft de plastic zak iets aandoenlijks. Een ontroerende contradictie tussen zijn ongelooflijke stevigheid (hij kan tot 2000 keer zijn eigen gewicht vervoeren en is al eeuwenlang bestand tegen vernietiging) en zijn zwakheid (achtergelaten, op de dool, meegevoerd door de wind). Als symbool van een 'zwakke' weerstand tegen de orde van zaken, zonder de rechtstreekse confrontatie te willen aangaan, als symbool van een bovennatuurlijke gratie die in het dagelijkse leven opduikt, vertegenwoordigt de rondtollende plastic zak een bepaalde geest van de jaren negentig. tekst: Guillaume Désanges
Voorstel 1 - Michel François Voorstel 2 - Loïc Vanderstichelen Voorstel 3 - Daniel McClean Voorstel 4 - Yves Brochard Voorstel 6 - Laurent Jacob Voorstel 7 - Raya Lindberg Voorstel 8 - Hans Theys Voorstel 9 - Frank Maes Voorstel10 - Philippe Van Cauteren Voorstel 11 - Rainier Lericolais Voorstel 12 - Christine Macel Voorstel 13 - François Curlet Voorstel 14 - Joël Benzakin Voorstel 15 - Lea Gauthier Voorstel 16 - Jean-Paul Jacquet