David Bade



geboortejaar en -plaats: 1970, Willemstad, Curaçao

David Bade geldt als een van Nederlands meest unieke kunstenaars van zijn generatie. Van 1987 tot ‘91 volgde hij een lerarenopleiding handvaardigheid en tekenen aan de Hogeschool Holland in Diemen. Aansluitend studeerde hij twee jaar aan de Ateliers in Amsterdam. Al op zijn 23ste ontving hij de meest prestigieuze kunstprijs van Nederland, de Prix De Rome, en was zijn nationale carrière gelanceerd. Samen met tijd- en geestesgenoten, zoals Avery Preesman en Erik Van Lieshout, ging Bade op een postmoderne manier in tegen de ‘strengheid’ van de Nederlandse kunst die stamde uit de modernistische traditie van Mondriaan en De Stijl. Bades artistieke aanpak is zeer intuïtief en is verwant met het principe van het ‘cadavre exquis’, waarbij kunstenaars vanuit vrije associatie collectief een kunstwerk ontwikkelen. De ene begint bv. aan een gedicht of tekening, waarop de volgende voortbouwt, zonder dat die de voorgaande creatie heeft gezien, enz. De wortels van dit principe liggen in het dadaïsme en het surrealisme, twee kunststromingen uit begin 20ste eeuw. De techniek werd voornamelijk ingezet als stimulans voor pure, ongebreidelde verbeeldingskracht en rauwe, ongecontroleerde creatie, waarbij denken tot een minimum werd herleid.

Maar Bade streeft niet in de eerste plaats dit uitschakelen van de rede na. Het is hem vooral te doen om het aanwakkeren van ónze verbeelding. Hij wil ons tot ‘medegebruikers’ van zijn werk maken en ons tot letterlijk ‘artistiek activisme’ aanzetten. Zowel op vlak van materiaal, techniek en vorm als qua inhoud maakt de kunstenaar volkomen onverwachte verbindingen tussen de meest uiteenlopende deelgebieden van het dagelijkse leven, de kunst en de kunstwereld. Bades monumentale tekeningen en schilderijen en reusachtige sculpturen en installaties, getuigen van visuele, expressieve radicaliteit. Ze zijn verrijkt met beeldende snelschriften, persoonlijke anekdotes, ironisch commentaar op de actualiteit, kinderlijk-humoristische woordspelingen en ironiserende volkswijsheden. Vormelijk citeert de kunstenaar vrijelijk uit de populaire cultuur, de kunstgeschiedenis en de beeldtaal van zijn geboorteland Curaçao, waar invloeden uit de westerse en Afrikaanse cultuur samenvloeien met het Caraïbische volksgeloof en carnaval.

Naast zijn individuele kunstenaarschap hecht Bade groot belang aan de democratisering van kunst. In 2006 richtte hij samen met kunstenaar Tirzo Martha en kunsthistorica Nancy Hoffmann op Curaçao het Instituto Buena Bista (IBB) op, een pre-academische opleiding voor getalenteerde Curaçaose jongeren tussen 14 en 22 jaar, die tegelijk ook fungeert als een internationale ‘artist-in-residence’-plek. De jongeren krijgen er les van Bade, Martha en de internationale residentiekunstenaars. Daarnaast is Bade ook copresentator van het populaire tv-kunstprogramma ‘ArtMen’ op NPO, waarin hij – samen met collega-kunstenaar Jasper Krabbé – ateliers en kunstinstellingen in Europa bezoekt, die ze met een gespeeld naïef-kritische blik bekijken. Deze ‘kunsteducatieve’ activiteiten maken onlosmakelijk deel uit van Bades kunstenaarspraktijk, wat doet denken aan de sociaal gedreven praktijk van Joseph Beuys, die geloofde dat iedereen kunstenaar kon zijn en dus creatief potentieel bezat. Met dit verschil dat Bade zich in tegenstelling tot Beuys niet profileert als leermeester maar vooral samenwerking en interactie wil stimuleren.

Bades vrije beeldtaal en democratiserende kijk op kunst maken van hem een typische kunstenaar van de jaren ’90. In die periode ontwikkelden velen hun beeldend vocabularium uit de complexiteit en overvloed van informatie en nieuwe ervaringen die de gedigitaliseerde consumptiemaatschappij hen aanreikte.

Word Vriend van S.M.A.K.
made by