Englebert Van Anderlecht was geen lid van ‘La Jeune Peinture Belge’, maar zijn naoorlogse streven naar bevrijding van de schilderkunst leunde dicht aan bij wat deze groep voor ogen stond. Aangemoedigd door schilder Serge Vandercam en dichter Jean Dypréau legde Van Anderlecht zich vanaf begin jaren ‘50 toe op de weergave van diepe oerdriften. Hij stelde zich tot doel een collectieve gevoeligheid te doen herleven en uitdrukking te geven aan een eeuwenoud universum waarvan hij en zijn tijdgenoten dreigden te vervreemden. Van Anderlecht creëerde almaar grotere informele doeken van een met brede borstelstreken aangezette, bijna explosieve kleurenpracht. Kort voor zijn vroegtijdige dood vond hij aansluiting bij twee Vlaamse vernieuwingsbewegingen: de Antwerpse ‘G58’, of ‘Groep 1958’, en de Nieuwe Vlaamse School.