Wahrzeichen : Zinkblechskulptur für das Hausdach von Chambres d’Amis - Gentstraat 343, Oostakker

NL – Norbert Radermacher infiltreert kunst in het straatbeeld en realiseert onverwachte, discrete interventies die de gehaaste voorbijganger tot stilstand brengen. Voor ‘Chambres d'Amis’ creëerde Radermacher verschillende zinken klokken die op het dak van elk deelnemend huis werden bevestigd. Deze klokken bevonden zich in openlucht en waren letterlijk dakloos, een verwijzing naar de nomadische ziel van de kunstenaar. Radermacher vindt immers dat de kunstenaar de rol moet opnemen van de vreemde die opereert in de periferie van de maatschappij en die daardoor achterdocht en fascinatie oproept bij de bevolking. Zijn werk balanceert steeds op de rand van het illegale en anonieme en zijn kunst is altijd afhankelijk van de genade van de voorbijgangers, de regels van de gemeenschap en de context van de ruimte waarin hij werkt.

ENG – Norbert Radermacher infiltrates the street scene with art, thereby creating unexpected, discrete interventions that bring the hurried passer-by to a standstill. For ‘Chambres d’Amis’, Radermacher created zinc bells that were hung on the roofs of all the houses involved. These bells were in the open air and were literally homeless, a reference to the nomadic soul of the artist. Radermacher thinks that the artist has to adopt the role of the outsider who operates on the periphery of society and thereby arouses suspicion and fascination among the populace. His work is always balanced on the verge of the illegal and anonymous and his art is always dependent on the favour of passers-by, the rules of society and the context of the space in which he is working.

FR – Norbert Radermacher distille l’art dans la rue et se livre à des interventions inattendues, discrètes qui arrêtent dans son élan le passant pressé. Radermacher avait créé pour ‘Chambres d’Amis’ diverses cloches en zinc fixées sur le toit de chaque maison participante. Ces cloches en plein air étaient littéralement sans abri, faisant ainsi référence à l’âme nomade de l’artiste. Radermacher trouve en effet que l’artiste doit adopter le rôle de l’étranger opérant dans la périphérie de la société, qui suscite ainsi la suspicion et la fascination de la population. Son œuvre se situe toujours aux confins de l’illégal et de l’anonyme et son art est toujours dépendant de la clémence des passants, des règles de la société et du contexte spatial dans lequel il travaille.