Salam Atta Sabri (°1953, Bagdad) is een van de belangrijkste Iraakse kunstenaars van zijn generatie. De kunstenaar groeide op in een artistiek milieu – zijn vader Atta Sabri was ook kunstenaar – en leerde reeds vanaf jonge leeftijd verschillende bekende (westerse) kunstenaars als Van Gogh en Goya kennen via kunstboeken die zich in het atelier van zijn vader bevonden.
Hij is opgeleid als keramist, maar vervaardigt ook sculpturen, schilderijen en tekeningen. Hij woonde gedurende zestien jaar eerst in de Verenigde Staten – waar hij ook studeerde aan de California State University in Los Angeles – en daarna in Jordanië, alvorens hij in 2005 naar zijn geboortestad terugkeerde, waar hij nog steeds woont en werkt.
De rode draad in de vele tekeningen van Atta Sabri vanaf 2005 zijn zijn ervaringen met zijn geboortestad na zijn terugkeer, waarin hij de enorme conflictueuze veranderingen, de corruptie, het voortdurende geweld en de politieke instabiliteit waarin zijn land was vervallen, probeerde te vatten, interpreteren en kritisch te benaderen. Het materiaal dat hij hiervoor gebruikte waren in eerste instantie de potloden die hij van zijn dochters leende, omdat er in Irak een gebrek heerste aan kunstenaarsmateriaal. Vanaf dan creëerde Atta Sabri letterlijk honderden tekeningen, die functioneren als een persoonlijk beeldend archief en dagboek over de evoluties in Bagdad en Irak.
De tekeningen ‘Letters to my father’ (2010 – 2019) zijn integraal opgenomen in de gelijknamige publicatie en kunnen worden gezien als visuele brieven met tekstuele invoegingen aan een geliefde vader. Ze zijn een intieme momentopname van een eenrichtingsgesprek tussen de kunstenaar en zijn vader; zowel biografisch als historisch, als de combinatie van een dagboek en een correspondentie.
In samenwerking met Ruya Foundation, MER. en Borgerhoff & Lamberigts.