Wonde en heling

Michael Buthe My Love To Etienne web

Martin Desloovere over vroege werken van Michael Buthe.

In de eerste museumzaal van Michael Buthe | Retrospectieve, zie je het sterke textielwerk My Love to Etienne (1969). Een detailfoto van dit werk siert ook de cover van de catalogus. Wanneer je het boek openslaat, zie je een zwart-wit foto van de kunstenaar die met gespreide benen omhoog springt tijdens het maken van een gelijkaardig textielwerk. Bij de realisatie van deze vroege werkenreeks werden al dan niet gekleurde doeken, gespannen over een houten spieraam, stukgescheurd. Daarna drapeerde de kunstenaar de losse repen stof voor en achter het raam:

  • “In the process, he confronted the amorphous lengths of cloth not only with the geometric rigor of the stretcher behind them but also with the wall and hence with real space. This intertwining of the amorphous and the geometric represented a dovetailing of opposites that was typical of Buthe's work.” (Heinz Stahlhut, p. 174)

Deze werken introduceren een typisch kenmerk in het hele oeuvre van Buthe: de ‘verzoening’ van tegengestelden. Bij zijn textielwerken worden doeken vernield, maar daarna vanuit een zorgend gebaar nauwgezet gedrapeerd of terug aan elkaar genaaid, als was het de heling van de eerder aangebrachte verwonding. De motieven in deze interpretatie – wonde en heling – blijken een voorafspiegeling van wat Buthe in later werk zal uitdrukken, onder invloed van zijn reizen begin jaren zeventig naar andere culturen, waar hij met voor hem onbekende rituelen, gebruiken en spirituele houdingen werd geconfronteerd:

  • “Behind this reconciliation of opposites stands Buthe's idea of the artist as healer, which he owed to his encounters with African medicine men.” (Heinz Stahlhut, p. 29).

In essentie zal dat streven naar het bijeenbrengen van uitersten zich in zijn latere leven en werk focussen op het “fusing with the Other”. Tijdens zijn reizen en verblijven in het Midden-Oosten had hij een intense interesse in ‘de Ander en het Andere’ ontwikkeld. Ulrich Wisen heeft het hier uitgebreid over in zijn essay It Was Time: On Travel in Michael Buthe’s Work (p.107-125).

Uit hogergenoemde foto van de springende kunstenaar tijdens de realisatie van een van zijn textielwerken zouden we kunnen afleiden dat deze werkenreeks op een wilde, ongecontroleerde manier tot stand zou zijn gekomen. De scheuren lijken lukraak aangebracht, via nogal exuberante gestes, die Heinz Stahlhut interessant omschrijft als “actions that recall the gestural painting of Abstract Expressionism and Art Informel” (p. 174).

Maar bij het creëren van de meeste van zijn textielwerken visualiseerde Buthe vooraf een idee van het te bereiken eindresultaat, zoals blijkt uit zijn ontwerptekeningen. Een aantal daarvan zijn in de tweede tentoonstellingszaal samengebracht als op zichzelf staande kunstwerken en in combinatie met andere vroege, soms collageachtige tekeningen. Hierin duiken elementen op die in Buthes latere werk een belangrijke plaats kregen: materialen als doek, hout, draadjes en touwtjes of was en goud, en motieven zoals puntjes of sterren, zon- en maancirkels. De vroege collage-tekeningen zijn vrij sober, soms zelfs verstild en vertonen nog niet de ongeremde levensenergie en de explosieve kleurenrijkdom die zich in Buthes latere werk zullen manifesteren.

Voor enkele vroege sculpturen gebruikte Buthe overigens ook stukken ‘doorleefd’ hout, al dan niet in combinatie met touw en/of textiel. Sommige ervan lijken voorbodes van de latere totempaal-achtige werken of de indrukwekkende deuren en ramen, waarvan er enkele in de tentoonstellingskabinetten worden getoond. Ze vormen een essentieel gegeven in Buthes denkwereld: ze functioneren als kijkopeningen naar en/of toegangen tot andere mogelijkheden, verdere ontwikkelingen en nieuwe (denk)werelden.

Over hoe Buthe zich met deze werken positioneerde tegenover de dwingende kunstopvattingen uit zijn begintijd, merkte S.M.A.K.’s senior curator Martin Germann op:

  • “Buthe broke with the finality and stringency of minimalist art… Through softness, organic elements and a process-based approach, the idea of the fragmentary, unresolved nature of things is manifested. This use of material – which relativized any potential notion of totality (…) formed an underlying tone of his work as a whole.” (p. 61).

Hoewel de hier beschreven kunstwerken uit Buthes beginjaren nog niet dezelfde ongebreidelde vitaliteit en exuberantie uitstralen als die uit zijn latere oeuvre, het maakt ze voor mij zeker niet minder sterk, intens en beklijvend.

Noot:
Alle vermelde paginanummers verwijzen naar de catalogus bij de tentoonstelling: Michael Buthe. Retrospektive/Retrospective (Hatje Cantz, 2015)

23.Mei.16
Word Vriend van S.M.A.K.
made by