Voor de zesde keer op rij richt de Vereniging van het S.M.A.K. de tentoonstelling Coming People in.
Voor deze groepstentoonstelling maken enkele personen, nauw betrokken bij de werking van het museum, een keuze uit de studenten die dit jaar afstuderen aan de Gentse kunsthogescholen: de Academie voor Schone Kunsten en de Sint-Lucas Hogeschool.
Deze tentoonstelling gaat voor de tweede keer door in enkele museumzalen. Daar er dit jaar opvallend veel interessante films te zien waren, werd er geopteerd om de videoruimte van het S.M.A.K. hiervoor te reserveren, alsook de aanpalende museumzaal. Coming People wil geenszins een hitparade zijn van de zogenaamd ‘beste’ studenten. Er werd geselecteerd in functie van het samenbrengen van werken in een tentoonstelling, waarbij ook rekening gehouden werd met de - ruimtelijke en technische - beperkingen van de expositieruimte. De tentoonstelling is dan ook slechts een indicatie, een doorsnede waarbij even veel talentvolle jonge kunstenaars niet als wel geselecteerd zijn. Coming People wil vooral een beeld geven van de wijze waarop jonge kunstenaars zich verhouden ten opzichte van evoluties binnen de hedendaagse kunst. In de videoruimte van het museum wordt een compilatie getoond van enkele opmerkelijke films. Deze worden in loop geprojecteerd:
Aan de basis van het werk van Barbara Deriemaeker (Sint-Lucas, beeldhouwkunst) liggen verschillende transformaties. Vertrekpunt zijn gemanipuleerde foto’s van silhouetten. Deze eclectische figuren zijn samengesteld uit poses, attributen en stijlen verwijzend naar verschillende, vaak exotische, culturen en tijdsspannes. Zijzelf is hierbij steeds model en ondergaat alle gedaanteverwisselingen op een persoonlijke manier. Vervolgens werden de figuren samengepuzzeld in de compositie 'Tanjapkan Farighna'. Het oorspronkelijke werk, een diaprojectie met beperkte intervallen, werd voor Coming People overgebracht op DVD. De videofilms van Fien Muller (Sint-Lucas, beeldhouwkunst) vertrekken bijna steeds van een vast camerastandpunt, ze zijn als bewegende foto’s. Fien Muller schotelt ons dagdagelijkse, routineuze, zelfs vervelende situaties - zoals het strijken - voor. Het alledaagse krijgt in haar video’s iets dwangmatigs, er ontstaat een soort irritatie of ergernis. Tegelijk speelt ze herkenning, vervreemding en fascinatie tegen elkaar uit. In ‘Zwembad’ zien we een meisje op de rand van het zwembad zitten; ondanks haar vergaande verleidingspogingen is er niemand die aandacht aan haar schenkt. ‘Moeder en kind’ toont ons een moeder met dochtertje; terwijl de moeder volledig bewegingsloos stil staat, wordt het kind hoe langer hoe lastiger en probeert haar aandacht te trekken. In zogenaamd ‘alledaagse’ situaties introduceert Muller een houding of actie die net afwijkt van ‘normale’ gedragspatronen. In de video ‘Automatic’ van Niek Delcourt (Academie, 3D) zien we een man en een vrouw in een Saab 9000. De auto doorkruist schijnbaar doelloos een ongedefinieerd landschap. De personages lijken elkaar op het eerste gezicht te ontwijken, maar werpen wel stiekem speelse, uitdagende blikken naar elkaar. De kunstenaar speelt met conventies en clichés uit films, soaps of reality-tv. Voor het oog van de camera komen de emoties van de ‘personages’ anoniem en onderkoeld over; de erotische geladenheid van de beelden is beklemmend maar tegelijk herkenbaar.
In de documentaire film ‘Marseille on arrive’ van Paul Vandekerckhove (Academie, film) hebben acht jongeren een droom: naar Marseille gaan om er een film te draaien. Vandekerckhove geeft in zijn film het woord aan deze jongeren uit minder behoede buurten. De moeilijkheid om hun bestaan met betekenis te vullen is vaak schrijnend, maar wordt vol-realistisch in beeld gebracht zonder melig te worden. Eerder roept de film aanvaarding op. De verschillende situaties verplichten de jongeren namelijk om een houding in te nemen, ten overstaan van de groep en tot de maatschappij - hetgeen vaak tot humoristische situaties leidt. Tentoonstellingsruimte: Annabelle Poncelet (Sint-Lucas, schilderkunst) speelt binnen de grote variatie aan mogelijkheden die de schilderkunst biedt tegenstellingen tegen elkaar uit: vlek en vorm, penseelstreek en raster, abstractie en figuratie, voor- en achtergrond, persoonlijk en afstandelijk. Zo toont de ene helft van een doek bijvoorbeeld uit verticale kleurbanden - speelse verfstudies - terwijl de andere helft uit een portret bestaat. Het oog pendelt voortdurend tussen het figuratieve en het abstracte beeld, waarbij beide op elkaar inwerken. De veelvoudigheid blijft, er komt nooit één synthetisch beeld tot stand. In de portretten duikt veelvuldig het blonde pubermeisje (Mena Suvari) uit de film 'American Beauty' op: in de schilderkunstige experimenten die de schilderes met dit hollywood-beeld uitprobeert, speelt ze met de gevoelens en referenties die het beeld oproept. Met het object ‘Zonder titel’ dat Stijn Cole (Sint-Lucas, beeldhouw-kunst) & Gwendolyn Lootens presenteren, reflecteren ze over de rol van kunst versus deze van functionele objecten. We zien een tv-toestel dat bedekt wordt door een half doorzichtige box. Doordat de box transparant is, is er een steeds wisselend kleurpatroon op het object te zien – afhankelijk van hetgeen op tv uitgezonden wordt. Door de box over je tv-toestel te plaatsen (afmetingen variabel volgens de grootte van het toestel), verschuift diens functionaliteit. Bepaalde eigenschappen worden door andere vervangen: beeld wordt licht, het geluid wordt gedempt, het verhaal wordt getransformeerd in variërende kleurtonaliteiten. Met de box wordt nage-dacht over de rol van het beeld, alsook over de rol van het functionele in ons dagelijkse leven. Katrien Baetslé (Academie, beeldhouwkunst) werkt rond de metamorfose van taal en zoekt naar manieren om deze complexiteit beeldend weer te geven. In de installatie ‘Untitled 1’ staan twee videoboxen die alternerend spelen naast elkaar. Twee opgemaakte personages brengen er op dramatische wijze een tekst voor. Hun mimiek en gestiek wordt echter verstoord door de geluidsband. Tegelijk verschijnen liedteksten onderaan de schilderachtige beelden. Het is aan de kijker om de band tussen de twee video’s, het beeld, het geluid en de grappige tekst in te vullen. In de geluidsinstallatie ‘Untitled 2’ worden er aan de kijker verschillende beschrijvingen en emoties aangereikt, vertrekkende van verschillende personen die eenzelfde voor-werp/-situ-atie beschrijven. Het is aan de luisteraar om mentaal een eigen beeld te creëren of te achter-halen wat beschreven wordt.
Voor Steve Schepens (Academie, schilderkunst) zijn beelden automythografieën, iets dat over jezelf gaat (autobiografisch) maar tegelijkertijd buiten jezelf ligt, naar de buitenwereld gebracht wordt. Zijn grote kleurdoeken worden verbonden met bepaalde emoties. Het geel in zijn grote doek ‘de onvoorwaardelijke’ staat voor agressie, voor het objectieve denken. Het geel draagt sinds de christelijke kunst en de vroege Middeleeuwen bepaalde connotaties. Nog steeds wordt geel bestempeld als kleur van de waanzin of het slechte. Schepens beoogt een ‘gezonde’, selectieve omgang met het historische denken en met wat we meedragen uit het verleden. De foto’s van ongedefinieerde ruimtes van Mieke Vlaeminck (Academie, 3D) zijn als sporen of reminiscenties van een onbepaald verleden. De foto’s vertonen een leegte, het is onduidelijk wat er met de ruimtes gaat gebeuren, moeilijk te achterhalen hoe lang en waarom ze leeg staan. Het gaat niet zozeer om de ruimte zelf maar om de leegte die ze in beeld brengen. In onze chaotische werkelijkheid functioneren ze - bevrijd van hun alledaagse functie - als rustpunten.