1904 - 1980 - 2004 Landschapsfoto's van Jean Massart, Georges Charlier en Jan Kempenaers, in een ruimtelijke setting van Richard Venlet.
Onze landschappen, zowel natuurlijke als stedelijke, veranderen voortdurend onder de invloed van culturele, economische maar ook biologische en geologische krachten. Vaak zijn we geconfronteerd met transformaties die elkaar snel opvolgen zoals de wisseling van de seizoenen, de afbraak en de bouw van gebouwen of burgerlijke bouwwerken, of de aanleg van wegen en infrastructuurwerken. Andere veranderingen in het landschap vinden op bijna onmerkbare wijze plaats omdat het om trage ritmen gaat zoals de langzame wijziging van het reliëf en de waterlopen, de verdwijning of opkomst van landbouwkundige praktijken, en de verstedelijking van de buitengebieden, hoewel dit laatste fenomeen ook heel snel om zich heen kan grijpen. Landschappen transformeren, 'nieuwe landschappen' komen tot stand, ongeziene skylines duiken op.
De hedendaagse landschappen veranderen volgens verschillende ritmes. Wat verandert er aan een landschap? Hoe kunnen we daar iets over te weten komen? Sinds de negentiende eeuw werden talrijke foto-inventarissen gemaakt van een historisch of natuurlijk patrimonium. Om de snelle en vaak onvoorziene evolutie te begrijpen, hebben we een observatiemiddel nodig dat de veranderingen kan analyseren. Het beginpunt van Recollecting Landscapes is daarom de documentaire fotografie. In het Engels verwijst ‘recollecting’ niet alleen naar het ‘wedersamenstellen’, maar ook naar het zich ‘herinneren’, in dit geval van landschappen. In een tijdspanne van honderd jaar werd een beperkte maar uitzonderlijke collectie landschapsfoto’s samengesteld. Ze bestaat uit drie reeksen beelden die exact dezelfde plekken tonen in het Belgische landschap, maar op drie verschillende momenten in een eeuw tijd. De fotografische inventaris die Jean Massart in 1904 startte, was bedoeld als een didactisch basiswerk over de verschillende natuurlandschappen in België en hun geografische samenhang. Massart wilde met dit overzicht een tiental albums met losbladige platen publiceren, Les aspects de la végétation en Belgique. Omdat de oorlog hem verhinderde dit werk te beëindigen, verschenen er slechts twee, samen een honderdzestigtal platen van landschappen die hoofdzakelijk in Vlaanderen waren gelegen. Een eerste herfotografieopdracht van een zestigtal van deze beelden werd in 1980 door fotograaf Georges Charlier en botanicus Leo Vanhecke uitgevoerd in opdracht van de Nationale Plantentuin van België en de Vereniging van Belgische Natuur- en Vogelreservaten. Camerastandpunt en kadrering waren identiek aan die van Massart. Ondanks het feit dat Massart elk opnamestandpunt wetenschappelijk had geregistreerd met coördinaten, oriëntatie van de opname, hoogteligging en plaatsnaam, bleken hierin fouten te zijn geslopen waarvan Charlier en Vanhecke de meesten hebben kunnen corrigeren.
Beide reeksen maakten vijfentwintig jaar geleden deel uit van de tentoonstelling Landschappen in Vlaanderen vroeger en nu. Van groene armoede naar grijze overvloed die vooral de verschraling van het landschap wilden aantonen. Bij deze tentoonstelling werd een gelijknamig boek uitgegeven. Waar de botanische landschappen van Massart tegelijk ook de armoede van het negentiende-eeuwse platteland in beeld brachten, werden deze driekwart eeuw later gekenmerkt door een overdaad aan grijsheid. Van de ene tot de andere reeks ervaart men een schokeffect door de botsing tussen het tijdperk vóór beide wereldoorlogen en dat erna. In het begin van de twintigste eeuw overheerste nog het rurale karakter, de veldarbeid van de boer was nog alomtegenwoordig, de natuur vertegenwoordigde nog een essentiële conditie. In 1980 heeft de verstedelijking om zich heen gegrepen. Het Labo Stedenbouw van de Universiteit Gent startte aan de hand van deze foto’s in 2002 onderzoek over de transformatie van het landschap en de verstedelijkingsprocessen. In onderling overleg gaf het Vlaams Architectuurinstituut (VAI) aan Jan Kempenaers de opdracht dezelfde landschappen opnieuw te fotograferen met de bedoeling het publieke debat hierover op gang te trekken. Deze nieuwe reeks, opgenomen in 2003 en 2004, bewandelt een andere weg in de reflexie over het landschap. Kempenaers bleef trouw aan zijn eigen beeldtaal. Zijn kleurenfoto’s met weinig contrast en vaak bleke, zoniet witte luchten, scheppen seizoensloze landschappen. Daar waar Massart als botanicus veel aandacht had voor het voorplan van het beeld om de samenhang tussen de plant, zijn ruime biotoop en de continuïteit van het landschap te verduidelijken, creëert Kempenaers een breuk tussen subject en object. Het standpunt van de fotograaf is bij hem losgekoppeld van het landschap. Ook past hij de kadrering en de hoogte-breedteverhouding van Massart en Charlier soms lichtjes aan. Als gevolg hiervan komt de horizon vaak lager in het beeld te liggen. Massart construeert een wetenschappelijk coherent beeld, Charlier laat het landschap het beeld binnenstromen, Kempenaers creëert een beeldscherm.
In de loop der tijd evolueert een collectie als die van Massart-Charlier-Kempenaers van een panoramisch observatie-instrument naar een intelligente geheugenbank. De foto’s staan dus niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een ‘chronofotografische’ reeks. De chronofotogafie werd al in de negentiende eeuw ontwikkeld en bestaat uit het nemen van een reeks foto’s van een bewegend object op regelmatige tijdstippen. Eadweard Muybridge in de Verenigde Staten en Étienne-Jules Marey in Frankrijk visualiseerden als eersten op die wijze de motoriek en de mechanica van lopende en bewegende mensen en dieren, het traject van vallende en botsende objecten, de wervelingen van rookslierten of de vlucht van vogels. De beelden naast of na elkaar bekeken suggereren (en reconstrueren) beweging en kunnen worden beschouwd als voorlopers van de film. De verzameling Massart-Charlier-Kempenaers vormt een geheel van chronofotografische drieluikjes. Naar analogie met de chronofotografie suggereren de beelden een beweging die zeer traag verloopt, met de snelheid van de landschappelijke transformaties. Het onderzoek dat aan de Universiteit Gent vanuit verschillende disciplines op de fotoreeksen wordt verricht, reveleert de ontwikkelingen die het Vlaamse landschap heeft ondergaan op het vlak van de land- en de stedenbouw, de biodiversiteit, de infrastructuur, de bedrijfsontwikkeling, de vrijetijdsbesteding en de wooncultuur. Het onderzoek gaat in op de analogie tussen de chronofotografische film van het landschap en het idee van een onderliggend ‘scenario’. Het steunt zowel op de cartografie en de geschiedschrijving, als op de nabije observatie van de plekken in kwestie, op gesprekken met inwoners, gebruikers en lokale verantwoordelijken die door hun kleine en grote acties een impact hebben op het landschap. Een landschap is een territorium van intenties, een scenario met een open einde. De vraag is of we de kennis die we zo over het landschap produceren, naar de toekomst – dat wil zeggen naar een ideaal, een verlangen, een wens – kunnen extrapoleren.
De tentoonstelling ‘Recollecting Landscapes 1904 – 1980 – 2004’ fungeert in principe als eind- en culminatiepunt van dit project, en is een coproductie tussen het S.M.A.K. en de Universiteit Gent. Ze biedt drie luiken. Eerst en vooral zijn er de ‘archieven’, namelijk de heliogravures zoals ze door Massart werden gepubliceerd, en de originele fotoafdrukken van Charlier en Kempenaers. Een selectie presenteert eenentwintig landschappen in sets van telkens drie beelden. Daarnaast bestaat de tentoonstelling uit beeldschermen en projecties. Alle eenenzestig landschappen, vergezeld van hun coördinaten en andere data, worden doorlopend digitaal getoond. Een website die door de Universiteitbibliotheek Gent werd ontwikkeld, brengt de resultaten van het onderzoek samen op één virtuele plek. In twee videodocumenten van cineaste Terenja van Dijk leveren deskundigen verschillende interpretaties van de foto’s en de landschapstransformaties, en wordt eveneens de reportage van een foto-opname getoond. Beeldend kunstenaar Richard Venlet concipieerde voor al deze elementen een laboratoriumachtige installatie waar geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen wetenschap en kunst, en die fungeert als tentoonstellingsplatform voor de verschillende inhouden die dit project gegenereerd hebben.