In de lente van 2003 wordt het S.M.A.K. 's avonds decor voor het stuk ‘Trilogie van het weerzien’ van Botho Strauss.
De setting van het stuk, een opening van een tentoonstelling met hedendaagse kunst, maakt een opvoering in een museumzaal uiterst interessant. Voor en na de voorstelling en tijdens de pauze kan men het museum en de collectie bezoeken. De cast met acteurs en actrices van de gezelschappen De Tijd en Het Toneelhuis is indrukwekkend en werd speciaal voor deze gelegenheid samengebracht. Programmering en organisatie gebeurt samen met Kunstencentrum Vooruit.
Wat is het hier leeg. We zouden die kale muren met iets moeten opvrolijken. Met een paar kadertjes, wat schilderijtjes..." Zo suggereert advocaat Basov in de opening van 'Zomergasten' (1904) van Maksim Gorki, een stuk over de Russische bourgeoisie aan de vooravond van de mislukte revolutie van 1905. In de jaren zeventig maakte Botho Strauss als dramaturg van regisseur Peter Stein voor de Berliner Schaubühne een bewerking van Gorki's conversatiestuk. Hij werd daarbij getroffen door de moderniteit van het stuk: het voor die tijd opmerkelijke realisme van de dialogen, maar vooral het lef om in te gaan tegen de gangbare, negentiende-eeuwse dramaturgie. In 'Zomergasten' staat de plot van het verhaal niet langer centraal. Meer nog: er is geen plot, geen handeling; er gebeurt eigenlijk niets. Men praat en men praat alleen maar, en al dat praten maakt het eigenlijke onderwerp van het stuk uit. De bewerking van Gorki's klassieker inspireerde Strauss in 1976 tot het schrijven van zijn eigen 'Zomergasten'. Bij de opening van Strauss' stuk zijn de muren die het personage Basov in het prerevolutionaire Rusland nog zo kaal vond, versierd met de schoonheid waar hij zo naar verlangde. 'Trilogie van het weerzien' speelt zich af op de vernissage van een tentoonstelling met de naam 'Kapitalistisch realisme', ergens tegen het einde van diezelfde twintigste eeuw.
Terwijl Gorki's personages op adem hopen te komen in de natuur zijn de figuren van Strauss op zoek naar herbronning in de kunst. Maar geen van beide landschappen biedt uitzicht. Enkele revoluties later komen we tot de ontnuchterende vaststelling dat er, buiten wat schilderijen aan de muren, niets veranderd is. De verbeelding is niet aan de macht gekomen. Deze vooral gegoede burgers, die zich voor kunstkenners houden, zijn niet in staat tot een visie op kunst die verder reikt dan het letterlijke. De drogist van het gezelschap en zijn vrouw spreken over een paneelschilderij van een landschap in de stijl van het fotografisch realisme als over een plek die een toeristisch bezoekje waard is. En voor Felix, verkoopsleider in een supermarkt, is het zien van koren op een doek al genoeg om hooikoorts te krijgen. Aanvankelijk staat het gezelschap - een arts, een drogist, een kunstenares, een drukker, een schrijver, een verkoopleider, twee toneelspelers en enkele vrouwen zonder beroep - achter de tentoonstelling die Moritz heeft samengesteld. Maar wanneer het gerucht de ronde doet dat de directie de tentoonstelling wil verbieden, kantelen een voor een de meningen van de anderen. In een brief hekelt de directie het gebrek aan samenhang in de geëxposeerde werken en verdenkt ze Moritz ervan een aantal lievelingsschilderijen telkens weer te laten zien. MORITZ Mijn tentoonstelling - de samenhang ontbreekt zeggen ze. Best mogelijk. Maar waar vindt ge in godsnaam wel samenhang? Deze kunstenaars hier bij elkaar hebben toch allemaal, zonder uitzondering, iets van één tegen allen, einzelgänger zijn het, het ene ego tegen het andere. Die hebben allemaal hun eigen wereldbeeld in hun kop en dat schilderen ze dan ook. Ik zie sowieso geen samenhang. Is er ook niet. En ik dacht: dat laat ik nu gewoon zien, cru als het is, dat er geen enkele kunstenaar is die ook maar iets te maken heeft met een ander, en dan kunnen we komen tot een soort van bewustzijn... een soort van bewustzijn...
Aan de andere kant, dat ontken ik niet, zijn er een paar schilderijen bij, die me in de loop der jaren bijzonder na aan het hart zijn komen te liggen en die ik ook altijd weer wil laten zien. Strak, perfect uitgewogen werk, dat in alle stilte de tijd zal trotseren. En een klein deeltje van die tijd wil ik ze gewoon in mijn buurt hebben, dat is al. Dat is mijn privilege misschien, maar ook mijn antwoord op de kermis van de kunst van vandaag, op de trucjes en effecten, de kleine pathetiek, de trieste idee-fixen... 'Trilogie van het weerzien' is een trilogie van het opnieuw zien, van het herzien, het oude met nieuwe ogen bekijken. Niet alleen in de kunst, maar ook in de liefde. Er zijn geen verbanden in de collectie kunstwerken en ook in de verzameling mensen en in de taal zelf is de samenhang zoek. Moritz - om maar een voorbeeld te nemen uit deze hopeloze bende communicatiegebrekkigen - mag dan wel een alerte kijk op kunst hebben, in zijn relatie tot Susanne zoekt hij, net als de anderen in hun relatie tot kunst, naar bevestiging. Susanne vraagt zich terecht af hoe hij haar toch iedere keer weer herkent terwijl ze voortdurend het gevoel heeft dat hij haar niet ziet, niet ziet staan... dat ze voor hem niet bestaat. SUSANNE Ik zeg het nu om het zelf niet te vergeten. Soms krimp ik in elkaar omdat ik me mijn eigen naam niet meer herinner ... Ge hebt me trouwens nooit naar mijn meisjesnaam gevraagd... Nee, Moritz, ge geeft me geen gevoel voor mezelf. ... Geen gevoel voor mijn leeftijd. Voor de geschiedenis van mijn gezicht, voor het verhaal van mijn goede en slechte kanten. Ik ben geworden wie ik nu ben, Moritz, en niet alleen door u, wat gij schijnt te denken, maar ook doo vele anderen. Dus waarom sta ik nu voor u en ben ik opeens niet méér dan een doorkijkje, een vergrootglas op uzelf, beter dan een spiegel? Botho Strauss heeft het niet enkel over het weerzien, de ontmoeting die we telkens opnieuw tot stand moeten brengen met de ander, maar ook over het weerzien met het verleden, over het aannemen van een houding tegenover de traditie: het terugkijken naar de geschiedenis van een individu, van een maatschappij, van de kunst, van de literatuur. In die zin zijn zijn teksten, in vorm en inhoud, altijd een uiteenzetting met het voorgaande in een poging om een voorlopige en verwarrende stand van zaken van het huidige op te maken.