Aan de basis van het recente tekenwerk van Rinus Van de Velde (°1983) ligt een obsessief documentair proces, waarbij de kunstenaar aan de slag gaat met een zelf aangelegd archief van fotografische beelden.
Welke beelden juist in aanmerking komen, valt niet zomaar vast te leggen, maar duidelijk is wel dat ze een impliciete ideologische lading hebben, dat ze getuigen van een geordend wereldbeeld, van een hedendaagse mythe. Van de Velde is echter geen documentair kunstenaar, en hij behandelt zijn archiefstukken dan ook niet als objets trouvés, maar als basismateriaal voor houtskooltekeningen. Niet zozeer om een bepaalde essentie te vatten of om de structuur van het beeld te ontmantelen, maar wel om het effect van de tekening zelf, om de waarde die de toeschouwer eraan hecht. Tegelijkertijd eigent Van de Velde zich het materiaal wel degelijk toe, om — o.m. via het toevoegen van teksten — een nieuwe leugen te vertellen. In ‘William Crowder, 40 years of sculpture’ presenteert de tekenaar een beknopt overzicht van het leven en werk van de Amerikaanse beeldhouwer William Crowder (1913-1979). Aan de hand van enkele sleutelwerken van Crowder zelf en tekeningen over zijn carrière stelt Van de Velde een net niet lineaire artistieke biografie samen, waarbij de toeschouwer zelf de gaten kan invullen. Op die manier levert hij niet alleen een commentaar op de mythe van de biografie, maar ook op de mythe van de autonome kunst, waarvoor biografische gegevens of de maatschappelijke situatie van de kunstenaar van secundair belang zouden zijn. Ondertussen lost Van de Velde ook zijn eigen biografie en persoonlijk programma op in leugens. (Koen Sels)