Geysell Capetillo Álvarez is beeldhouwster en installatiekunstenaar. Ze studeerde in Havana aan de Escuela Vocaciónal de Arte Paulita Concepción (1984-’87) en de Escuela Provincial de Arte San Alejandro (1987-’91), waar ze ook haar eerste solotentoonstelling had. Vervolgens gradueerde ze er in de beeldhouwkunst aan de Faculteit Plastische Kunsten van het ISA – Instituto Superior de Arte. In 1995 nam ze met het Cubaanse kunstenaarscollectief ‘Los Carpinteros’, waarvan alle leden het jaar ervoor aan het ISA waren afgestudeerd, deel aan ‘El Oficio del arte’, een groepstentoonstelling gecureerd door Dannys Montes de Oca, bij wie ze een jaar later met haar afstudeerproject promoveerde. In die jaren was Capetillo medeoprichtster van de Escuela de Artes Plásticas van Camagüey in Cuba, waar ze doceert. Ze begon ook als begeleider te werken in enkele centra van het Frente Obrero Escultor (het beeldhouwersfront) en les te geven in het atelier voor monumentale beeldhouwkunst Guamá in Havana.
In 1996 stelde ze onder de titel ‘Escala Humana’ sculpturen tentoon in het Centro de Desarrollo de las Artes Visuales van Havana. Capetillo verdiepte haar werk in de daaropvolgende jaren aan het SACI – Studio Arts College International in Firenze en de kunstacademie van Saint-Etienne in Frankrijk. In 2002 stelde ze drie sculpturen tentoon in Mexico City in de galerie van Nina Menocal, een van de drijvende krachten achter de promotie van actuele kunst uit Latijns-Amerika. Het volgende jaar nam ze deel aan de 26ste Biënnale van São Paulo en de achtste Biënnale van Havana. In Havana toonde ze ‘Contención’ (Insluiting), een installatie van aan het plafond opgehangen waterleidingen die lekken in allerlei, eronder geplaatste recipiënten. Ze kaartte er de gebrekkige waterdistributie in haar geboorteland mee aan. In 2005 presenteerde ze onder de titel ‘Albor’ (Ochtendgloren) edities van kleurenfoto’s van lampen ingewerkt in colaflessen en detergentflacons. In 2007 behaalde Capetillo een eervolle vermelding in de categorie ‘driedimensionale vormen’ op de achtste Biënnale van Monterrey in Mexico met de sculptuur ‘Vertebrado’ (Gewerveld), een zuil van zwarte, gestapelde velgen omzoomd met neonlicht. Gemene deler van veel van haar sculpturen is de integratie van lichtbronnen of -armaturen.
Vanuit het wat actuele kunst betreft geïsoleerde Cuba, lichtte Capetillo in een zeldzame getuigenis haar werk als volgt toe: “Als erfgename van strikt beeldhouwkunstige richtingen, zoals minimal art en land art, en de nieuwe Britse beeldhouwkunst (met onder meer Richard Deacon), houden mijn werk en onderzoek zich ver weg van het intieme of contextuele analyse. Het gaat – zowel conceptueel als vormelijk – om een oeuvre met een onpersoonlijk karakter, waaruit niets te leren valt over het leven of de persoonlijke geschiedenis van de maker.”