Jannis Kounellis



geboortejaar en -plaats: 1936, Piraeus, Griekenland sterfdatum: 2017 , Rome, Italië

Jannis Kounellis was een van de voortrekkers van de arte povera*. In ‘56 verhuist hij van Griekenland naar Rome om er kunst te studeren. In zijn schilderijen neemt hij almaar meer afstand van de traditionele schilderkunst. Hij beeldt geen natuurlijke vormen af maar onder meer letters, nummers en wiskundige symbolen. Woorden ontleent hij soms aan verkeers- of reclameborden uit het straatbeeld, waarmee hij het dagelijkse leven direct in zijn werk integreert. Vanaf ‘63 begint hij te werken met o.a. gevonden jutezakken en aarde. Op korte tijd verwerft Kounellis bekendheid in heel Italië.

Na enkele jaren van creatiestop en zelfreflectie combineert hij schilderdoeken met kleine kooien waarin zich levende vogels bevinden. Door de dieren in zijn werk te integreren, laat Kounellis kunst en leven samenvallen. Hij legt zich vervolgens steeds meer toe op het samensmelten van schilderij, sculptuur en performance. In de late jaren ’60 gebruikt de kunstenaar vuur, dat, in overeenstemming met de sociale en culturele veranderingen van die tijd, gerelateerd kan worden aan vernietiging, processen en transformatie. Er ontstaan nieuwe reeksen waarin o.a. vuur, rooksporen en muziek centraal staan.

Kounellis’ meest beruchte project vindt plaats in ‘69, wanneer hij twaalf paarden in een lege galerie in Rome laat draven. De actie wordt beschouwd als een mijlpaal in de geschiedenis van de arte povera. In de jaren ’70 richt Kounellis zich voornamelijk op choreografie en theater waarin muziek een belangrijke rol speelt en zijn hang naar sensibiliteit bovendrijft. Vanaf midden jaren ’80 focust de kunstenaar zich opnieuw op installaties en sculpturen uit ‘kunstvreemde’ materialen.

Volgens Jannis Kounellis is het de taak van de kunstenaar om een cultuur te interpreteren en van commentaar te voorzien. Zijn werken ademen dan ook een sterk historisch bewustzijn uit van waarden, tradities en idealen van de westerse cultuur. Door ‘arme’ materialen te combineren, creëerde hij een symbolische, poëtische beeldtaal waarvan we de betekenis zelf dienen te achterhalen. Toch is de achtergrond van de kunstenaar essentieel om zijn werk te begrijpen. Hij vermengde namelijk constant elementen uit de klassieke cultuurgeschiedenis en persoonlijke herinneringen aan zijn jeugd in Griekenland met een kritische reflectie op de maatschappij van zijn tijd.

* Arte povera is een beweging die midden jaren ’60 in Italië opkwam en waartoe ook andere bekende kunstenaars behoorden, zoals Luciano Fabro, Giulio Paolini en Mario Merz. In 1967 gebruikt de invloedrijke Italiaanse criticus Germano Celant voor het eerst de term ‘arte povera’ (letterlijk ‘arme kunst’) om een mentaliteitsverandering in de kunst aan te duiden. Kunstenaars werken met natuurlijke, vergankelijke, vaak gevonden materialen (zoals stenen en takken) en verzetten zich tegen het gebruik van kostbare tegenhangers (zoals olie op doek, brons en marmer). Arte povera wil regering en kunstmarkt ontwrichten. Door gebruik van ‘arme’ materialen in combinatie met een sterke focus op het menselijk lichaam, vertoont de beweging vaak het grillige karakter van het leven zelf. Het hoogtepunt vindt plaats tussen ‘67 en ’72, maar in de volgende decennia blijft een sterke invloed doorwerken.

Word Vriend van S.M.A.K.
made by