Kristján Gudmundsson



geboortejaar en -plaats: 1941, Snaefellsnes (IJsland) verblijfplaats: Reykjavik (IJsland)

Kristján Gudmundsson groeit op in IJsland. Vader Gudmundsson runt een lijstenmakerij en kunsthandel. Thuis komen vaak dichters, musici en beeldend kunstenaars over de vloer. Kristján loopt tot zijn zestiende school in Reykjavik, probeert tevergeefs een vliegbrevet te halen en oefent verschillende jobs uit. Via zijn broer Sigurdur, die een opleiding volgt aan een kunstschool, rolt ook Kristján in de kunstscene. In ’63 wijkt Sigurdur uit naar Amsterdam, waar Kristján hem kort bezoekt. In ’64 reist hij naar de VS. Hij maakt er mixed-mediawerken met een hoog popartgehalte. In ’68 heeft hij in Reykjavik zijn eerste solotentoonstelling, met werken die schatplichtig zijn aan de popart maar waaruit ook een neiging naar vereenvoudiging en systematisering blijkt.

De oprichting van SÚM (Samband Ungra Myndlistamanna – Vereniging van Jonge Beeldende Kunstenaars) in Reykjavik in ’68 betekent een belangrijk stap voor de actuele kunst in IJsland. Kristján en zijn broer zijn medestichters. SÚM leunt aan bij in die periode actuele, internationale tendensen zoals fluxus, arte povera, land art en conceptuele kunst. Er is ook nauw contact met de Duitse kunstenaar Dieter Roth, die dan in IJsland woont. Deze brengt hen onder meer in contact met concrete poëzie. In de zomer van ’69 stelt Kristján in de SÚM-galerie een strijkplank tentoon die onder de kippendrek zit. Naar het motto van Roth maakt hij kunst met alles wat voorhanden is.

In ’70 volgt Kristján zijn broer naar Amsterdam, waar een sterke groep conceptuele kunstenaars werkt. In hetzelfde jaar richt hij samen met schrijver Einar Gudmundsson uitgeverij Silver Press op en maakt hij ‘Performables and other pieces’, een doos met kaarten met instructies voor performances. In ’71 wordt Kristján met onder meer Sigurdur, Michel Cardena en Pieter Laurens Mol beheerder van het Amsterdamse In-Out-kunstencentrum. In ’72 publiceert hij twee kunstenaarsboeken: in ‘Punktar / Periods’ reproduceert hij “uitvergrote stiltes” van punten die hij aantrof in een dichtbundel van Nobelprijswinnaar Halldór Laxness; in ‘Nidur / Down’ drukt hij lijnen af die overeenkomen met de afstand tussen de hoogste bergtop en de diepste zeebodem.

In ’72 begint Kristján Gudmundsson ook het medium tekenen te verkennen. Het blijft een van de belangrijkste thema’s in zijn kunst. Hij maakt ‘Supersonische tekeningen’: door een kogel langs een blad af te vuren ontstaat in 1/1500ste van een seconde een lijntekening van verbrand kruit op papier. De gelijkschakeling van idee, maakproces en resultaat wordt hoe langer hoe belangrijker. Voor zijn solotentoonstelling in ’73 in Amsterdam publiceert Gudmundsson het kunstenaarsboek ‘Circles’: hij gooit hij drie steentjes in water en maakt foto’s van de cirkels en rimpelingen op het wateroppervlak; de foto’s worden gedrukt op papier dat even zwaar is als het steentje die de rimpelingen veroorzaakte. Het werk vat het moment tussen oorzaak en gevolg.

Met een beurs kan Gudmundsson tot ’79 in Amsterdam blijven. Over deze periode verklaart hij later dat hij “het spanningsveld tussen niets en iets wou vatten”. Zo poogt hij met ‘Equal Time Lines’ de tijd plastisch te evenaren. Terug in Reykjavik vertegenwoordigt de kunstenaar in ’82 zijn land op de Biënnale van Venetië. Hij ontdoet zijn tekeningen meer en meer van elke emotionele expressiviteit en richt zich op de materialen van de tekenkunst in hun ‘nulstaat’: papier en potlood of grafiet. Vanaf eind jaren ’80 presenteert Gudmundsson composities van volumes grafiet, al dan niet gecombineerd met stapels of rollen papier. Hij herleidt tekenkunst tot de presentatie van haar materiaal en geeft aan dat daarin het potentieel besloten ligt om elke denkbare tekening te maken. In de jaren ’90 en na de eeuwwisseling blijft Gudmundsson werken aan strak gestructureerde composities van lijnen en rasters, ook in andere materialen.

Word Vriend van S.M.A.K.
made by