Onze groepsbezoeken kunnen nog steeds niet terug opgestart worden. Gelukkig kunnen wij blijven rekenen op onze gidsen. Deze boeiende vertellers loodsen je ook via de digitale weg het museum binnen. Vandaag is gids Jo. Vandevelde aan het woord.
Dualiteit
Toen ik onlangs las dat Galerij Zeno X een tentoonstelling rond Mark Manders organiseert, gingen mijn herinneringen onwillekeurig terug naar TRACK (2012), de opvolger van het wereldberoemd geworden Chambres d’amis en van Over the edges. TRACK was opgezet door Philippe Van Cauteren en Mirjam Varadinis. Ik begeleidde een busje bezoekers op de Tolhuis route komende van het Voortman huis met werken van Mark Manders en wilde ze nog even laten uitstappen aan de zwaaikom van de Dampoort om ze het werk van Tadashi Kawamata te laten zien Favela for Ghent. We stonden stil voor de stoplichten ter hoogte van de Hagelandkaai. De bezoekers stapten uit. Op dat ogenblik rolde de voorligger achteruit en boorde de bol van zijn trekhaak in de bumper van onze bus. Grote consternatie bij onze chauffeur, zeker toen we merkten dat de vrouwelijke chauffeur van de personenwagen snel van plaats veranderde met haar mannelijke partner. Die beweerde dat niet hij achteruit gereden was, maar onze bus vooruit.
Op dat ogenblik schoten de beelden van Mark Manders, die we net gezien hadden door mijn hoofd. En dan vooral de kop van een meisje (of is het een jongen of een X-gender) doorsneden door of gevat tussen planken. Die sculpturen doen me telkens aan boekenstaanders denken, en wat die allemaal kunnen omvatten.
De kop is gespleten of als men wil gevat, begrensd tussen planken (zoals boeken, en bij uitbreiding ideeën, meningen, vooroordelen, enz.) of doorsneden door planken (gevangen, censuur). Ideeën worden vastgehouden of doorbroken zodat ze maar half tot hun recht kunnen komen, net zoals een journalist het discours van een geïnterviewde onderbreekt om zijn eigen punt te kunnen maken. Elke deur heeft twee zijden, die langs waar men naar buiten gaat en die langs waar men naar binnen treedt. Beide zijden behoren tot één geheel maar kunnen zeer verschillend zijn. Dat hebben we onlangs nog gemerkt toen we het ene land mochten verlaten maar het aangrenzende niet binnen mochten. Die dubbele gelaagdheid zit in ons allemaal en is van alle tijden.
Die dualiteit zit ook in het werk van Mark Manders. Deze kop en het werk van Manders in het algemeen vertolken ook een zekere morbiditeit. Het lijkt of er zich iets levends bevindt onder die schijnbaar levenloze schelp. De kunstenaar heeft een grote liefde voor stillevens. Dat is wat ik in dit werk ook zie, tegelijkertijd een stilleven en een “nature-morte”. Maar het lijkt of het levenloze elk ogenblik terug tot leven kan gewekt worden. Daardoor is het werk van Manders ook zo verrassend, het creëert rusteloosheid.
De materie, het gebruik van klei (over de epoxy geschilderd) en hout, suggereert ook het voorbijgaan van de tijd. Het werk van Manders is tegelijkertijd tijdloos en toch van deze tijd. Het is tegelijk bevreemdend en toch staat het dicht bij ons.
Er gaat eenzaamheid en melancholie van uit. Er straalt kwetsbaarheid uit.
Jo. Vandevelde
Jo. Vandevelde is burgerlijk ingenieur en is later kunstwetenschappen gaan studeren met een thesis over Leon Kossoff. Hij is reisleider op Italië en Canada en stads- en museumgids.
GROEPSBEZOEK
We hopen dat we opnieuw groepsbezoeken kunnen toelaten maar dit is onder voorbehoud van wat de nationale veiligheidsraad zal beslissen in de toekomst.
Via deze link vind je alle informatie.