In het klimaatdebat worden kunststoffen terecht met de vinger gewezen. Iedereen weet intussen dat ze moeilijk afbreekbaar en te recycleren zijn en een plasticsoep veroorzaken in de oceanen. Maar in musea maken restauratoren zich zorgen over hun collectiestukken in kunststof. Want sommige plastics mogen dan nooit vergaan, de meeste takelen wel degelijk af. En soms zelfs op korte tijd.
Kunststof is een relatief nieuw materiaal in museumcollecties. De vele soorten vragen om zorg op maat. Om die te kunnen bieden, startten S.M.A.K. en Design Museum Gent, die samen zo’n 4000 stukken in kunststof bewaren, in 2018 een project. Een eerste stap is het opstellen van een standaardterminologie waarin materialen, technieken en schadefenomenen worden benoemd en gedefinieerd. In een tweede fase wordt van elk collectiestuk de kunststofsoort geïdentificeerd en een conditierapport opgesteld. Dat gebeurt aan de hand van bronnenonderzoek, de in Nederland recent ontwikkelde ‘plastic identificatie tool’ of chemische analyse.
Tijdens de week van 16 september 2019 wisselen de betrokken museummedewerkers en onderzoekers hun expertise uit. In een besloten workshop wordt de ‘plastic identificatie tool’ aangeleerd, waarbij kunststofsoorten worden geïdentificeerd met behulp van een online vragenlijst, materiaalstalen en door goed te kijken, ruiken, voelen en luisteren. Zowel de collecties van S.M.A.K., Design Museum Gent, ADAM-Brussels Design Museum, MoMu als FOMU komen aan bod. Dit project is een samenwerking tussen de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium en het Cologne Institute of Conservation Sciences van de TH Köln.
Meer informatie kan je ook bij Design Museum Gent vinden.