Thomas Bogaert (°1967, Dendermonde) volgde de opleiding Animatiefilm aan het KASK te Gent. Gefascineerd door beweging, leerde hij hier schilderen op veeleer filmische manier.
Een van zijn leermeesters, Raoul Servais, benoemde het werk van Bogaert als "Een voorbeeld van trefpunt tussen de kinematografie en de schilderkunst; niet als bewegende schilderkunst, maar eerder als een geschilderde beweging ".
De stills die Thomas Bogaert aanvankelijk toont, zijn afkomstig van super-8-opnames gemaakt tijdens reizen naar verre landen. De still monteert hij op verschillende dragers, door het overgieten wordt de still veeleer afbeelding. Het zijn eenvoudige beelden, taferelen gefilmd op Miami Beach, aan de Côte d’Azur of op een ijspiste in Central Park te New York. Door de eenvoudige acties en gebeurtenissen zijn het analyses van beweging in de tijd. Eind jaren ’90 maakte hij een reeks werken rond ‘téléphériques’, films van en vanuit cabines gefilmd, geprojecteerd voor verschillende decors. In 2002 won hij de prijs van het Kunstsalen te Gent en toonde hij enkele filmprojecties tijdens de ‘Nacht van de Experimentele Film’ in het Caermersklooster. In het S.M.A.K. wordt ‘The Superfast Series’ getoond, een dubbele projectie van opnames die Bogaert maakte van ‘matchbox’-autootjes. In zijn filmbeelden werken de auto’s als kleine teletijdmachines: ze komen uit het tegenlicht aangereden als uit de verleden tijd. Vanwege het verblindende licht kunnen we niet zien waar ze vandaan komen, maar plots zijn ze daar, supersnel, ze rijden uit de verbeelding het beeld in, maar zijn onmogelijk te vatten in het heden. Het specifieke karakter - kleur, korrel, krassen, onzuiverheden, bibberend beeld - van de super-8-opnames speelt hierbij ook een belangrijke rol en maakt dat de beelden die we zien aanvoelen alsof ze tot een tijdperkt behoren dat onherroepelijk voorbij is.. Voor de soundtrack van de film werkte Bogaert samen met enkele muzikanten om een bestaande muziekopname te actualiseren. Door het geluid wordt de kracht van het beeld versterkt.
Tegelijkertijd worden in de traphallen naast de ingang van de tentoonstellingsruimte, twee uitvergrotingen getoond van de onderkant van zulk een auto’s. Het lijkt of de wagen over kop gegaan is, uit de bocht gevlogen. Door de uitvergroting, de neutrale achtergrond en scherpe schaduwen, krijgen ze een vreemdsoortig karakter. Het gaat hierbij om mythische auto’s, een Ford GT40, Lotus, Lincoln of Mercory Cougar, steeds slechts van de onderkant te zien. Door de uitvergroting van een miniatuur is er tegelijk een apart schaalgevoel. Wie met de speelgoed autootjes speelt waant zich op de circuits van Monaco of Daytona of in de verhalen van Michel Vaillant. De werkelijkheid die het schaalmodel dicteert is die van de wereld in het klein, tijdens het spel vergroot en ingevuld door de fantasie. Onderaan zien we echter enkel het merk, type en productiejaar van de wegen, evenaals een korte tekst die we blijkbaar steeds over het hoofd zagen. Een van deze geheime boodschappen luidt: ‘Change your mind’, ‘Driven by jealousy’, ‘Accidents will happen’ of ‘Carsex’. Het speelgoed waarmee we onbezorgd onze fantasieën uitleefden heeft blijkbaar een obscene onderkant. De teksten lijken wel voorspellingen te zijn.