Attila Richard Lukacs



geboortejaar en -plaats: 1962, Edmonton, Canada verblijfplaats: Vancouver, Canada

De artistieke praktijk van de Canadese kunstenaar Attila Richard Lukács manifesteert zich voornamelijk in de schilderkunst en heeft zijn wortels in zowel de hoge als de lage cultuur. Sinds de jaren ‘80 wijdt hij zijn praktijk aan het voortdurend experimenteren en herdefiniëren van het schilderkunstige medium. In 1985 wordt hij samen met onder meer Angela Grossman en Derek Root geselecteerd voor de groepstentoonstelling ‘Young Romantics’ aan de Vancouver Art Gallery wat zijn artistieke carrière lanceert.

Zijn vaak monumentale schilderijen herinneren aan de werken van de Duitse kunstenaars Norbert Tadeusz en Neo Rauch en zijn doordrongen van referenties naar grootmeesters als Giotto, Caravaggio, Rembrandt en Jacques-Louis David. Met een technische precisie, schildert Lukács hedendaagse thema’s gelinkt aan lust, macht, erotiek en mannelijkheid, terwijl hij technieken, composities en motieven uit de geschiedenis van de schilderkunst ontleent en ontwricht. In zijn schilderijen verenigt hij een classicistische stijl met een uitvoering die doet denken aan het Amerikaans abstract expressionisme.

Vanaf het begin van zijn artistieke leven, is het duidelijk dat Lukács vooral geïnteresseerd is in de representatie van het mannelijke lichaam, zoals zijn vroege schilderijen van soldaten en atleten aantonen. Lukács diept deze fascinatie verder uit, in 1986, wanneer hij op vierentwintigjarige leeftijd naar Berlijn verhuist voor een residentie bij Künstlerhaus Bethanien. Hij creëert er ‘E-Werk’, een reeks monumentale schilderijen waarin hij naakte en halfnaakte skinheads, in soms heroïsche en soms erotische poses, portretteert tijdens het werken als een parodie op de sociaal-realistische schilderkunst van de Sovjet-Unie. De skinheads, die model stonden voor de reeks, komen uit Lukács’ sociale omgeving. Hij liet hen poseren en fotografeerde hen met zijn polaroidcamera. Daarnaast baseert hij zich voor de reeks deels op kunsthistorische antecedenten en deels op referentiebeelden uit pornografische magazines. Lukács beeldt de skinheads af als ideale mannelijke lichamen. De skinhead fungeert hier als een object van begeerte of een symbool van een nieuwe politieke energie zonder dat Lukács zonder zich verbindt tot het geassocieerde ideologische gedachtegoed.

De ‘E-Werk’-schilderijen, uitgevoerd met dikke verfstreken en afgewerkt met elementen als teer en goud, werden als provocatief aanzien door de beladen verwijzingen naar het sadomasochisme en de fascistische esthetiek en symboliek. Dit bracht de toeschouwer in een oncomfortabele positie van zowel attractie als repulsie. Alhoewel Lukács benadrukt dat ‘E-Werk’ over het mannelijke lichaam gaat en hij zich afzet tegen de term homo-erotisch, die in de jaren ‘80 en ‘90 vaak gebruikt werd om de werken te beschrijven, getuigt de reeks hoe de schilderijen van Lukács gelezen kunnen worden als een “queering” van de schilderkunst. Lukács daagt de klassieke Westerse schilderkunstige tradities uit, ondervraagt ze en eigent ze toe, terwijl hij een open genderidentiteit of brede seksuele identiteit uitdraagt. Sinds de jaren 2010 wordt het werk van Lukács meer en meer getoond in groepstentoonstellingen rond queer zoals ‘Drama Queer: Secuding Social Change’ (2016) en ‘About Face: Stonewall, Revolt and New Queer Art’ (2019).

In 1996 verlaat Lukács Berlijn en immigreert hij naar New York waar hij nieuw werk maakt dat sterk contrasteert met zijn eerdere schilderijen. Zo bestaat ‘Arbor Vitae’ (1999) uit een reeks zwart-wit schilderijen van een boom geschilderd vanuit verschillende perspectieven en geïnspireerd door de fotografische praktijk van de Russische kunstenaar Alexander Rodchenko. In dezelfde periode, produceert hij de reeks ‘Myths About my Garden’ (1999) die vertrekt vanuit de Perzische en Indiase miniatuurschilderkunst. Als gevolg van een depressie en overmatig drugsgebruik, verlaat Lukács New York in 2001. Hij verhuist naar Maui in Hawaï waar hij zich tijdens zijn herstel focust op het schilderen van bloemen.

In 2002 keert Lukács terug naar Canada, zijn geboorteland, en reageert hij met een reeks monumentale schilderijen op de Amerikaanse invasie van Irak en de daaraan verbonden propagandacampagne. Vanaf 2011 experimenteert Lukács ook met de abstracte schilderkunst en creëert hij een reeks grisailles. Lukács houdt zich, behalve met schilderkunst, ook met andere kunstuitingen bezig. Zo maakt hij vanaf de jaren 2010 ook collages, sculpturen en installaties. De nomadische levensstijl van Lukács wordt weerspiegeld in zijn artistieke praktijk die aan de basis ligt van de door David Vaisbord geregisseerde documentairefilm ‘Drawing Out the Demons’ (2004).

Word Vriend van S.M.A.K.
made by