Dieter Appelt is vooral bekend als fotograaf, maar ontwikkelde ook films, video’s, sculpturen en performances. Midden jaren ’50 studeert hij muziek en zang in Leipzig. Wanneer hij in 1959 verhuist van Oost- naar West-Berlijn, begint hij te fotograferen, met een sterke voorkeur voor experiment en beïnvloed door de innovatieve Duitse fotograaf Heinz Hajek-Halke. Daarnaast blijft hij lange tijd verbonden aan het koor van de Opera in Berlijn. In de vroege jaren ‘60, na het bouwen van de Berlijnse Muur, ontstaan er diverse experimentele artistieke groeperingen, zoals Fluxus en Joseph Beuys met zijn entourage. Hoewel Appelt er nooit zelf deel van uitmaakt, vormen ze voor hem een bron van inspiratie. In dezelfde periode reist de kunstenaar voor lange tijd naar Japan, waar hij onder de indruk raakt van zen, met haar nadruk op verinnerlijking als uitgangspunt voor het vinden van de ultieme balans tussen lichaam en geest.
Pas in 1973 komt Appelt voor het eerst naar buiten met een reeks experimentele foto’s, waarin hij tegen een glazen wand, waarachter zich de camera bevindt, verstikkende poses aanneemt. Meteen zitten in deze reeks twee motieven van Appelts werk vervat: het gebruik van zijn eigen lichaam en de illusie van meerdere ruimtelijke dimensies in één tweedimensionaal fotografisch beeld. Tussen ‘75 en ‘85 focust de kunstenaar op het ‘sculpturale’ gebruik van het medium fotografie. In theatrale acties onderzoekt hij met zijn lichaam, dikwijls ‘bewerkt’ met natuurlijke materialen zoals plaaster en hout, de menselijke drang naar transcendentie. In ‘82 wordt Appelt professor film, video en fotografie aan de Academie voor Beeldende Kunst in Berlijn. Zijn werk wordt conceptueler: hij stelt objecten bloot aan twee essentiële pijlers van de fotografie: licht en beweging. Daarbij gebruikt hij de camera niet langer als ‘auteur’, maar laat hij haar droogweg registreren. Deels geïnspireerd door de futuristen, creëert Appelt voor het eerst fotowerken die uit meerdere beelden bestaan. Beweging, tijd en driedimensionaliteit zijn er sterk in benadrukt als reactie op de ‘almacht’ van het stilstaande tweedimensionale fotografische beeld. Begin jaren ‘90 grijpt Appelt terug naar zijn fotografie uit de jaren ‘70, waarin hij zijn lichaam als tool gebruikte. Hij herinterpreteert verschillende oudere werken en maakt daarbij gebruik van de conceptuele technieken die hij zich in de jaren ’80 eigen maakte.