1965
lakverf op hout
h. 174 cm x ø 32 cm
1998 bruikleen Collectie Vlaamse Gemeenschap
NL - De manshoge ‘Lila’ heeft de vorm van een vrijstaande baluster, alsof het object ooit onderdeel was van een balustrade of trapleuning. Tegelijk heeft de vorm iets antropomorf: ze doet denken aan een vrouwenlichaam. De witte schuine lijnen lijken wel de schouderbandjes van een witte jurk met een bleekgele boord. Poppen zoals ‘Lila’ werden door Geys vormgegeven in verschillende profielen en afwerkingen. Hij plaatste ze aan het begin van zijn tentoonstellingen. Soms schreef hij er woorden op. De tekst ontleende hij dan aan de vaak moeilijk toegankelijke uitspraken en teksten over kunst. Zijn poppen visualiseren zo de toeschouwer en de moeilijkheden waartegen de bezoeker botst bij het interpreteren en begrijpen van kunst. Met de pop wil Geys ons eraan herinneren dat we de realiteit van het dagelijkse leven niet mogen vergeten en ons niet moeten laten vangen door het jargon.
ENG - The man-sized 'Lila' has the form of a free-standing baluster, as if the object once formed part of a balustrade or banister. At the same time, the shape has something anthropomorphic about it: it is reminiscent of a woman's body. The white slanted lines look like the shoulder straps of a white dress with a pale-yellow collar. Dolls such as 'Lila' were designed by Geys in various forms and finishes. He placed them at the entrance to his exhibitions. They sometimes had words written on them. The texts he used were often inaccessible statements and texts on art. In this way, his dolls represent the viewer and the difficulties he or she encounters in interpreting and understanding art. With the doll, Geys aims to remind us that we should not lose sight of the reality of everyday life and not to allow ourselves to be trapped by jargon.
FR - Lila est une sculpture de la taille d’un humain, à la forme d’un balustre autonome, comme si elle avait autrefois fait partie d’une balustrade ou d’une rampe. En même temps, la forme a quelque chose d’anthropomorphique : elle rappelle un corps de femme. Les lignes blanches obliques font penser aux bretelles d’une robe blanche à bordure jaune pâle. Geys a donné corps à des poupées comme Lila, aux différents profils et finitions, qu’il plaçait au début de ses expositions. Parfois, il écrivait des mots sur ces sculptures ; des phrases et des propos souvent abscons, empruntés à des textes sur l’art. Ses poupées représentent ainsi le spectateur et les difficultés auxquelles le visiteur se heurte pour interpréter et comprendre l’art. Avec la poupée, Geys nous invite à ne pas oublier la réalité de la vie quotidienne et à ne pas nous laisser piéger par le jargon.