Historisch gezien werden vrouwen niet aangemoedigd om kunst te maken, en vaak mochten ze zelfs niet studeren. Als ze al in staat waren kunst te maken, werden ze nauwelijks opgenomen in de kunstwereld waar blanke mannen dominant waren.
Er begint wel verandering in te komen, maar het Europese gemiddelde aantal vrouwelijke kunstenaars in museumcollecties blijft onder de 20 procent en S.M.A.K. komt daar helaas niet bovenuit. Op Internationale Vrouwendag maken we echter een sprong van de verwerving van het werk van Meret Oppenheim in 1999 naar de verwerving van het werk van Elke Andreas Boon in 2021.
Meret Oppenheim wordt beschouwd als een van de belangrijkste vrouwelijke kunstenaars van de 20e eeuw. Als sleutelfiguur binnen de surrealistische beweging werd Oppenheim beroemd om haar speelse maar vervreemdende assemblages waarin ze alledaagse voorwerpen, vaak afkomstig uit de huiselijke sfeer, naast elkaar plaatste, zoals in 'Blauer Aschenbecher und ein Päckchen Parisiennes'.
Ze was gefascineerd door de analytische psychologie van Jung en behandelde thema's als metamorfose, het kosmische, het bovennatuurlijke en verkende de spanning tussen leven en dood. Ze zinspeelde vaak op de vrouwelijke identiteit en seksualiteit. Tijdens haar loopbaan heeft zij een bijzondere positie ingenomen rond gender, feminisme en de onderdrukking en positie van de vrouw in de maatschappij en in de kunst.
Het werk van Elke Andreas Boon daarentegen is een van de meest recent verworven kunstwerken in 2021. 'The Combing' is een soort pas de deux waarin twee jonge vrouwen elkaars haar kammen, maar binnen de context van het geheel zijn ze het haar aan het 'ordenen', wat een andere interpretatie is van de specifieke alledaagse handeling. Proberen jezelf en de dingen om je heen goed te ordenen, maar waarvoor en voor wie?
Haar werk maakt deel uit van één van de 281 kunstwerken die door de Vlaamse Regering werden aangekocht voor de Verzameling van de Vlaamse Gemeenschap.