Jessica Diamond krijgt al vroeg internationale aandacht met haar muurschilderijen, tekeningen en conceptuele werken, waarin ze de mechanismen van de kunstmarkt, socio-economische wantoestanden en genderkwesties onderzoekt. Geworteld in de politiek beladen context van de grootstedelijke graffiti-esthetiek maken Diamonds vroege murals veelvuldig gebruik van forse statements in schreeuwerige kleuren. Een werk schreeuwt ons “YES BRUCE NAUMAN” toe, een ander raadt ons aan om “de problemen van het leven met de bijl van de kunst te lijf te gaan”. Ook op de witte muren van museum-en galerieruimtes brengt Diamond slogans aan, gestileerd en uitvergroot. Ze confronteren ons zeer direct met een positief kritisch denken over kunst, seksualiteit en leefbaarheid.
In haar serie ‘New Economic Shorthand’ (1990) komen teksten voor zoals “No Money” (een dollarteken in een nul geplaatst), “What Money” (de twee verticale strepen van het dollarteken door een vraagteken gezet), “Totally Inequal” (een gelijkheidsteken met een kruis doorgehaald) en in grote zwarte letters verklaart ze onomwonden “I Hate Business”. Het zijn eenvoudige statements, maar ze krijgen een wrang karakter in relatie tot waar Diamond ze toont: in succesvolle galeries en zwaar gesponsorde musea in kunstmetropolen zoals New York en Keulen, waar de prijzen voor kunst naar believen worden opgedreven. De kunstenaar richt haar aanklachten tegen deze instituten zeer direct. Met onverkoopbare, op de muren gekalkte kunst wijst ze op de opgeklopte verhalen en valse mechanismen in de kunstwereld.
Diamonds expressieve pamflettaire toon maakt eind jaren ’90 langzaam plaats voor serenere composities. Met het in situ-project ‘Mystic Leaves’ (1999-2001) op de Gentse Kouter, geïnspireerd op de rijke vegetatie op het wereldberoemde Lam Gods, waagt de kunstenaar zich zelfs aan de beproefde traditie van het openbare monument. De reeks muurschilderijen ‘Eros (Rain): The Storms’ uit 1999 is dan weer subtiel, sensueel en erotisch geladen. Ze is geïnspireerd op een taoïstische handleiding om het weer te lezen, waarin onder meer staat dat geslachtsgemeenschap regenval in de hand zou werken. Uitbarstingen van wolken hanteert de kunstenaar dan ook als metafoor voor het orgasme. Diamonds kunst kan worden geïnterpreteerd als een verholen verwerping van de ‘mannelijke’ spiritualiteit. Maar in haar kunst wordt het lichamelijke geestelijk. Of eerder nog: het wordt duidelijk dat beide onafscheidelijk zijn van elkaar. Diamond herschept de koude muur tot een mogelijkheid om zich lichamelijk en zinnelijk, met verbeelding en passie, te manifesteren. Vanuit de natuurkracht die we hebben leren wantrouwen. Haar werk is aantrekkelijk door het opvallende kleurgebruik en het genereuze plastische gebaar, maar ook door de zinnelijke lichamelijkheid en de intense combinatie van naïviteit en extase, het organische en het abstracte.