Franz West



geboortejaar en -plaats: 1947, Wenen, Oostenrijk sterfdatum: 2012 , Wenen, Oostenrijk

Franz West groeit op tussen de ruïnes van het naoorlogse Wenen. Zijn vader verkoopt kolen. Zijn joodse moeder is tandarts en neemt hem mee op culturele trips naar Italië. Al vroeg begint West te tekenen en studeert hij aan de Akademie in Wenen. Hij krijgt les van Bruno Girancoli, die hem steunt in zijn gebruik van gips en polyester. Zijn beginwerk sluit aan bij het Weense Aktionisme van de jaren ‘60, met performancekunstenaars die onder meer aan zelfverminking doen. Volgens hen wordt de natuurlijke, op bloed beluste aard van de mens door sociale conventies onderdrukt. Door fysiek contact met bloed zou die energie kunnen worden bevrijd.

West gaat de fysieke beproevingen en existentiële intensiteit van het Aktionisme nadrukkelijk uit de weg en kiest voor een relaxte lichtheid waarin de thematiek van het lichaam, het seksuele en de sociaal verankerde sculptuur primeren. Rond 1970 maakt hij onder invloed van de popart beschilderde collages met beelden uit tijdschriften. In reclame- en modefotografie ziet hij modellen in stereotiepe neurotische poses die worden geneutraliseerd door contrasterende achtergronden. Hij isoleert de modellen door hun omgeving weg te werken met dikke verf. De veelal seksueel getinte poses zet hij later in voor zijn onderzoek naar de populaire blik.

In de jaren ‘70 maakt West ‘Passstücke’, sculpturen van gips, polyester, metaal en papier-maché, die als verlengstukken van het lichaam zijn bedoeld. In performances geeft hij aan hoe de sculpturen kunnen worden gebruikt. De communicatieve kwaliteit waarmee hij zijn publiek uitnodigt tot actieve participatie is kenmerkend voor zijn oeuvre. Hij stimuleert het publiek, maar ontregelt het ook. De ‘Passstücke’ noemt West dan ook uitbeeldingen van neuroses.

Onder de noemer ‘Labstücke’ verwerkt hij fragiele materialen zoals glazen flessen tot sculpturen. Hij experimenteert ook met elegant, iel zitmeubilair, waarmee hij verwijst naar onze persoonlijke leefruimte en de sociale activiteiten die er al dan niet plaatsvinden. Het onderscheid tussen kunstobject en gebruiksvoorwerp, design en meubilair, hoge en lage cultuur wordt ter discussie gesteld. Hierbij aansluitend zijn de humor en de weigering om zichzelf en zijn oeuvre ernstig te nemen, belangrijke constanten in zijn werk.

Rond ‘90 verlegt West zijn aandacht naar grote organisch-abstracte sculpturen van papier-maché. Hij verdiept zich in de verhouding tussen de fysieke en psychische ervaring van de werkelijkheid. Vanaf de late jaren ’90 realiseert hij enorme gelakte aluminiumsculpturen, vormelijk geïnspireerd op de Weense worst. Ze zijn monochroom. Hun onregelmatige oppervlak nodigt uit om ze aan te raken, maar ook om erin te zitten of liggen. Omdat ze interactie tussen kunstwerk en publiek bevorderen, blijft de ervaring van Wests werken evolueren en dus onbepaald.

Franz West kreeg al vanaf de vroege jaren ‘80 internationale erkenning en vertegenwoordigde Oostenrijk meermaals op de Biënnale van Venetië, waar hij in 2011 de Gouden Leeuw voor zijn hele oeuvre ontving. In 1992 en ‘97 nam hij ook deel aan Documenta Kassel.


Tentoonstellingen




Word Vriend van S.M.A.K.
made by